Austin-Sparks.net

De Onnaspeurlijke Rijkdommen van Christus

door T. Austin-Sparks

Hoofdstuk 3 - Overeenkomstig de Rijkdom van Zijn Genade: Verlossing en Wijsheid

“In Hem hebben wij de verlossing, door Zijn bloed, … overeenkomstig de rijkdom van Zijn genade,” (Efeziërs 1:7)

Wij gaan kijken naar een ander aspect van de rijkdommen van Christus in verband met ‘onze verlossing overeenkomstig de rijkdom van Zijn genade’. Deze kwestie van de verlossing is omvangrijk, en wij zouden er een paar uur bij kunnen stilstaan, omdat zij net als de uitverkiezing verkeerd begrepen en in zekere zin verdraaid is. Er is heel wat verwarring ontstaan over dit onschatbare wonder van onze verlossing en over wat dat woord betekent. De verwarring ontstaat wanneer de verlossing wordt voorgesteld als het bevrijden van een slaaf uit de slavernij en het losgeld daarvoor betalen. Nu, er zit misschien een element van waarheid in die uitleg, maar het wordt pas verwarrend en problematisch als je vraagt, ‘Aan wie wordt dat geld uitbetaald? Moet God aan de duivel iets betalen om iets terug te krijgen, dat hij gestolen heeft? Is God de duivel iets schuldig? Moet God de slavenmarkt van de duivel op gaan en een prijs betalen om iets los te kopen wat satan heeft buitgemaakt?’ Ziet u, het is onhoudbaar en ondenkbaar het ooit zelfs maar te overwegen dat God is overgeleverd aan satan, en dat satan het recht heeft te zeggen, ‘Als je mij genoeg betaalt, dan zal ik je in ruil daarvoor geven wat ik bezit.’ Daar kunnen wij nooit in meegaan. Dus moeten wij onze opvattingen over deze zaak van de verlossing herzien. Misschien zit er een element van waarheid in. Wij kunnen het er een tijdje mee doen, zoals waarschijnlijk zal blijken, maar het is niet de hele waarheid, en als deze zaak van de verlossing ons niet helder voor ogen staat, dan zal er mogelijk verwarring ontstaan.

Dus wil ik proberen deze zaak op te helderen, want het is belangrijk dat wij een juist begrip hebben. Wij verheugen ons over de verlossing en wij zingen erover en wij kunnen het belang ervan nooit overdrijven, maar een juist begrip van hetgeen waarover wij spreken is waardevol, doordat wij de woorden en termen die wij zo vaak gebruiken, juist verstaan. Dus ga ik er van uit dat wat ik hierover zeg de zaak niet ingewikkelder maakt, maar juist ertoe zal bijdragen dat wij een grotere waardering voor de ware betekenis van de verlossing zullen krijgen.

“Heeft Ons Verlost … Voor God”

Laten wij bij het begin beginnen. Verlossing begint ermee dat wij ‘voor God’ bestemd zijn. Het is verlossing ‘voor God’. Het grote woord waar het boek Openbaring mee begint (Openbaring 1:5, 6), is “heeft ons verlost … voor God”. Dat betekent dat er iets van God is afgenomen wat Gods rechtmatig bezit was. En het gevolg daarvan is dat, als er iets van God is afgenomen, het evenwicht der dingen verstoord is. Daarom is het uit balans, het is niet compleet, want er ontbreekt iets wat van God is. En als dat het geval is, dan is het natuurlijk incompleet, uit evenwicht. Neem een gezin en in dat gezin zijn er twee zonen die die ene vader toebehoren, en er wordt één zoon uit weggehaald, dan is dat gezin niet meer in evenwicht. Er ontbreekt iets. Het bezit van de vader is verdeeld en incompleet, en er ontstaat een ongelijke toestand. Als een herder honderd schapen heeft, en dat is zijn hele bezit, meer heeft hij niet — zijn volheid — en één schaap verdwaald, dan is het evenwicht verstoord en is het incompleet, en zijn bezit is aangetast en verstoord. Het gevolg is dat de verhoudingen dan scheef liggen. Als een vrouw een halsketting heeft waar tien zilverstukken aan hangen, en een van die stukken raakt zoek, dan is het evenwicht verstoord en heeft zij niet meer haar volle bezit. Daarom zijn de dingen ongelijk en uit balans.

Maar, als die verloren geraakte dingen, of het nu om een zoon of een schaap of een zilverstuk gaat, teruggebracht worden, dan wordt alles voor de eigenaar weer in evenwicht hersteld, en dat is wat ‘verlossing voor God’ betekent. God bezit weer alles wat Zijn eigendom is, alles waar Hij recht op heeft, en de volheid is hersteld—”Verlossing … voor God”. Maar wat is dat nu wat verloren is geraakt? Natuurlijk hebben wij de gelijkenissen en de illustraties in de Schrift, en ook die spreken over een zoon, een schaap, een zilverstuk. Er worden nog vele andere beelden aangewend om de waarheid te illustreren, maar dat zijn niet meer dan hulpmiddelen om er zich een voorstelling van te maken. Maar wat is er nu verloren gegaan, dat door dat verlies het evenwicht verstoord heeft? Het is leven. Leven. En hier vinden wij het grote mysterie van de verlossing.

Dit is wat wij in de hele Bijbel tegenkomen, en dat kan ik natuurlijk niet in een half uur behandelen, maar overal in de Schrift komen wij deze verstoring van de levensbalans tegen. En God eist dat dat evenwicht hersteld wordt. Hij is de Auteur, de Bron, de Oorsprong van het Leven in Zijn Totaliteit. Leven is God. Hij is de enige rechtmatige Heer van het Leven. Leven is van God afkomstig, en dus is het Zijn eigendom. God bezit, als ik het zo stellen mag, zoveel Leven—wat een volle maat Leven, een volheid van Leven, een ultieme overvloed van Leven is—er zit zoveel Leven in en bij God, er bestaat niet minder of meer, maar gewoon zoveel in God, dat als er iets van dat Leven wordt afgepakt, dan verstoor je de levensbalans. Dan zijn de verhoudingen zoek. En verlossing is het herstellen van het evenwicht, door de volheid te herstellen. Nu, dat is uw hele Bijbel in een notendop.

Wij houden ons dezer dagen heel veel bezig, of misschien moet ik zeggen dat de regering, of zelfs het hele land, zich bezighoudt met die kwestie van de doodstraf. Iemand is vermoord en daarom moet een ander leven de situatie weer in evenwicht brengen en het recht zetten, het weer goedmaken, de levensbalans moet hersteld worden. Dat is de kern van de doodstraf zoals uiteengezet in de Wet van Mozes — of nog vóór de Wet van Mozes van kracht werd — in de wet van het eerste verbond, ‘Indien iemand het bloed van een mens vergiet, diens bloed zal vergoten worden’. De wet van de doodstraf. Waarom toch, alleen maar om wraak te oefenen? Alleen omwille van het oordeel? Uit haat? U doet mij dit aan, dan doe ik u hetzelfde aan? Is dat alles? Nee, er wordt hier een diep principe geïllustreerd. Er zijn zoveel levens genomen doordat die ene man gedood is. En God zegt, ‘Dat moet rechtgezet, dat moet vereffend worden, het evenwicht moet hersteld worden.’ En dan is er de wet op de vrijsteden voor de onopzettelijke doodslager. Heel interessant, die kwestie van de doodslager en de toevluchtsoorden waarin wordt voorzien. De onopzettelijke doder heeft iemand gedood en de bloedwreker zit hem op de hielen om het te vereffenen door diens leven te nemen. Het wordt gedaan om het recht te zetten, om quitte te komen staan, om het aan te zuiveren. Dat is natuurlijk negatief, tenminste in het Oude Testament. Maar wij zijn nog niet klaar. Ik denk dat u kunt zien dat het principe heel duidelijk is. Het is alleen maar een kwestie van de balans herstellen.

Zo is dat in heel het Oude Testament en het is allemaal een prachtige illustratie van een grote Goddelijke waarheid. Waar het om gaat is, dat er een leven gedood is dat van God is, want Hij is de Oorsprong van het Leven; het is afgepakt, en God eist dat het teruggebracht wordt, want Hij is een rechtvaardige God.

Gelijkheid of billijkheid of gerechtigheid, wat een volmaakte balans der dingen betekent, is van God. En in Gods universum moeten dingen vereffend zijn. De dingen mogen zich niet buiten de correcte orde of buiten de juiste verhoudingen bevinden, of buitenmaats zijn, maar alleen perfect gelijk. Wanneer wij het doel van de verlossing bereiken, dan zal alles gelijkmatig zijn, want dan is alles rechtgezet. Er zal niets meer uit balans zijn, er zal geen wanverhouding meer zijn, maar alles zal recht zijn, en de gerechtigheid zal de aarde bedekken zoals het water de zee bedekt. En niemand zal nog een reden hebben om met God overhoop te liggen. Dan is alles precies goed.
En dat is waar het om gaat, ziet u, bij deze kwestie van de verlossing. Het is een kwestie van leven. In Gods orde, in Gods heelal, in Gods systeem der dingen is er een principe, een grote gelijkmaker. U kunt nooit gemeenschap met God hebben en in een detail onrechtvaardig zijn. Dan is uw gemeenschap met God, uw eenheid met Hem, verstoord, uit balans. Het is als wanneer er in uw lichaam een arm of been uit de kom is, als er een onrechtvaardigheid in uw leven is, hetzij in zakelijke transacties, hetzij in relaties. Dat is ongerechtigheid. Oké, de balans is verstoord en God zal eisen dat het rechtgezet, gladgestreken wordt. Rechtvaardigheid is een geweldige zaak bij God, omdat dat betekent dat bij God dingen in balans zijn, volmaakt in balans. En het brandpunt van dit alles is, zoals wij gezegd hebben, leven. Nu zegt het Oude Testament ons dat het bloed het leven is. U en ik kunnen deze zaak absoluut nooit rechtzetten. De mens kan hierin nooit met God in het reine komen. De mens kan God nooit teruggeven wat van Hem gestolen is. Daarom nam Zijn Eigen Zoon een gestalte van vlees en bloed aan en Christus’ Oneindige Bloed verzoende de zaak. U en ik hebben nog nooit de diepte van het wonder van het Bloed van Jezus Christus gepeild, wat een ander woord voor Zijn Leven is. Zijn Oneindige Bloed wordt aan God gegeven om de balans te herstellen, om goed te maken wat er verloren is gegaan en dat door meedogenloze handen van de binnengedrongen moordenaar aan God ontrukt is. Hij herstelt alle dingen bij God door Zijn Eigen daartoe bestemde Oneindige Bloed, omdat het enerzijds moet voldoen aan de eisen van een oneindige God, en aan die van alle mensen anderzijds. Ja, het is voldoende, er is door Jezus Christus leven uitgegoten, om God tevreden te stellen, om te zorgen dat God alles krijgt waar Hij recht op heeft. Gods Zoon heeft Zijn Leven uitgegoten om tegemoet te komen aan wat God eist van alle mensen, van Wie dit Leven is afgenomen. De betaling wordt niet gedaan aan satan, maar aan God. Het is verlossing door Zijn Bloed voor God.

Daaruit volgt: de mens is door deze vreselijke gebeurtenis in slavernij. Hij neemt een positie van zwakheid in, van gebrek, hulpeloosheid, en daardoor is zijn toestand van slavernij uitzichtloos.

Nu kunt u natuurlijk uw illustratie uit het Oude Testament nemen: Egypte wordt altijd het slavenhuis genoemd. Zij waren er slaven, en dat woord beschrijft hun toestand daar. En hoe werden zij uit die slavernij verlost? O, wij zeggen dat het door het bloed van het lam was. Dat klopt, maar er was een tweevoudige werking. Enerzijds was het geheel afhankelijk van de houding van het hart, de houding van geloof. En anderzijds, als het ongeloof en de opstandigheid van het hart voortbestonden, zoals in het geval van Farao en de Egyptenaren, dan getuigde het bloed tegen hen; het werd hun ondergang. Maar Israël was evenzeer in slavernij aan de zonde en de wereld als Egypte zelf. Evenveel, er was geen verschil. Maar er kwam een verschil door hun houding ten aanzien van het bloed. Als er een Israëliet was geweest die door ongeloof en rebellie geweigerd had om dat vergoten bloed te nemen en het op de deurposten en bovendorpel te sprenkelen om zo een cirkel van bloed te maken, dan was het hem vergaan als de Egyptenaren. Hij was in slavernij en in de dood en onder het oordeel gebleven. Maar wij moeten inzien dat zij het niet begrepen, zij wisten niet waar wij het nu over hebben. Maar zij hadden het eenvoudige voorschrift, een simpel bevel dat zij dat bloed van het lam zonder vlek of rimpel moesten nemen en het op de deurposten moesten sprenkelen. Daarom ontstond er door die eenvoudige opdracht de noodzaak voor gehoorzaamheid des geloofs, waardoor dat bloed voldeed aan Gods eisen.

God kende het geheim, het mysterie van dat bloed. God Die de Tijdloze is, de Eeuwige God, kwam honderden, nee duizenden, jaren geleden niet in actie op grond van dat symbolische lam. Nee, Hij kwam daar toen in actie op grond van Zijn Eigen Zoon op Golgotha, het Paaslam (1 Korintiërs 5:7b); en Hij wist wat het betekende, terwijl Israël geen begrip ervan had. Maar God wist het, en Hij stelde Zijn eenvoudige eis, die diep verbonden was met dit diepe, bodemloze mysterie van het leven, dat God recht heeft op leven. God moet hebben wat Zijn Eigen Leven is, en zo beantwoordt het lam met zijn vergoten bloed symbolisch aan Gods eis en dat levensbloed dat uitgegoten is, is voor God. U weet nog wel dat door het hele Oudtestamentische ritueel in Israël heen, het bloed God toebehoort; het is heilig voor God. Het is van God, het vertegenwoordigt het leven dat God toebehoort, en als dat gegeven wordt, dan krijgt God Zijn recht, Zijn deel, wat van Hem is.

En dan komen bij Efeziërs hoofdstuk 1, vers 7, waar staat, “En in Hem hebben wij de verlossing door zijn bloed, de vergeving van de overtredingen ...”. “… en Gij”, schrijft Johannes, “hebt (hen) voor God gekocht met uw bloed” (Openbaring 5:9). U kunt het woord veranderen als u dat wilt, ‘Wij hebben verlossing door Zijn uitgegoten Leven, verlost voor God door Zijn uitgegoten Leven,’ dat is wat het betekent. Door de oneindige waarde van Zijn Bloed, de oneindige waarde van hetgeen Hij aan Zijn Kruis aan God gegeven heeft, heeft de Here Jezus God volmaakt tevreden gesteld in deze zaak van Diens vereiste, in wat Hij vroeg. En misschien klinkt de verklaring op het eerste gezicht nogal gecompliceerd en moeilijk — nou ja, dat spreekt vanzelf — het is de onnaspeurlijke rijkdom, o, de diepte van de rijkdom die ons begrip te boven gaat, maar uiteindelijk is het qua ervaring heel eenvoudig.

Weet u, beste vrienden, als u en ik aan onze Christelijke wandel beginnen en de deugd van het Bloed van Jezus Christus in het geloof aannemen, dan begrijpen wij dat niet, wij vatten de betekenis niet, maar in eenvoudig geloof zien wij dat het door het Bloed van Jezus Christus is dat wij gered zijn, en door dat eenvoudige maar echte geloof van het hart in de doelmatigheid en de deugd van het Bloed van Jezus Christus, nemen wij het en geven wij onszelf op grond daarvan aan God. Waarvan zijn wij ons dan het eerste bewust? Alles wat ontwricht was, is in orde, is rechtgezet, de onbalans is verholpen, en wij noemen dat vrede met God. Dit is hetzelfde maar dan met andere woorden gezegd, God heeft wat Hij voor Zijn Eigen voldoening eist, en als God tevreden is, dan zijn u en ik dat zeker. Als datgene in ons is wat Hem bevredigt, dan zal de Geest daarvan getuigenis afleggen.

En ik zeg het voor de zoveelste keer, wij begrijpen het niet, wij vatten dit niet, er ligt hier een gigantische diepte in, een diepte waarvoor wij de eeuwigheid nodig zullen hebben om die te vatten, maar toch ligt er een simpel begin in dit feit: alles was vervormd, verstoord, uit balans, er ontbrak iets essentieels, dat onontbeerlijk was voor onze vrede, al die dingen, en nu hebben wij vrede met God, de balans is hersteld, God is tevreden, in ons hart voelen wij, al kunnen wij het niet verklaren, wij voelen dat er op een of andere manier een grote aanpassing is geschied. De dingen zijn nu rechtgetrokken, zij zijn niet meer krom. Hoe je het ook formuleert, je bent je ervan bewust, of niet?

En datgene wat in dat eerste gevoel over onze redding waarheid is, zal de rest van ons Christelijk leven een wet blijven. Als er enige zaak is waarin Gods rechten weerhouden worden, als Hij niet krijgt wat Hem toekomt, in die mate zullen wij de volheid van Zijn rust en Zijn vrede missen. Dan heerst er een toestand die uit balans is, de balans is niet in rust. Herkent u die onrust in de balans der dingen in uw hart? Er is iets in uw hart dat niet stabiel is? Iets wat onzeker is, dat twijfelt, dat hier nog geen zekerheid over heeft? Maar onmiddellijk wanneer u en ik dit met God opgehelderd hebben, misschien is het maar één ding, maar zet het recht en God krijgt wat Hij eist, en de vrede wordt hersteld. Is dat niet iets heerlijks in het leven van een Christen? Het is heel eenvoudig maar het is de verklaring. O, waarom heb ik het zo lang teruggehouden? Waarom heb ik het niet eerder rechtgezet? Ik heb alles voor mijzelf verbruid, omdat de Heer niet kreeg waar Hij recht op had.

Nu is het zo dat wij verlossing nodig hebben aan het begin, tijdens en aan het eind van ons leven. Alle drie zijn nodig. U kunt het woord ‘verlossing’ vervangen door ‘redding’ als u dat wilt, maar dat verandert aan de zaak niets. Wij zijn gered, wij worden gered en wij zullen gered worden; dat zijn de drie aspecten van de behoudenis. Het eerste is wat Hij volmaakt en volledig voor ons gedaan heeft en dat wij hebben aangenomen. Het tweede aspect van het proces van verlossing of behoudenis is dat God steeds meer van Zijn eisen in ons leven gestalte ziet krijgen, en naarmate Hij dat krijgt, krijgen wij steeds meer de balans, het stabiele leven van rust en vertrouwen. Maar Gode zij dank, naarmate wij het einde van onze dagen bereiken — onze redding zal doorgaan tot aan onze laatste snik op aarde — is er die uiteindelijke, volmaakte redding wanneer wij met die schare, die rond het Lam op de Troon vergaderd is, zullen zingen, “heeft ons verlost … voor God door Zijn Bloed”. Dat is het laatste aspect en de afsluitende fase van de verlossing. En het zit allemaal in de Oneindige waarde van het Bloed van Jezus. Ziet u hoe groot dit is? De apostel deed er goed aan dit in de rijkdom van Zijn genade te betrekken, de onnaspeurlijke rijkdom van Zijn genade, ‘de diepte van de rijkdom van Zijn Genade’, waardoor God datgene krijgt wat wij Hem nooit hadden kunnen geven, en Hij beantwoordde aan Gods rechtvaardige eisen, waar wij nooit aan konden voldoen. Al die woorden hebben met elkaar te maken. “Die voor ons is geworden wijsheid van God en gerechtigheid, heiliging en verlossing,” (1 Korintiërs 1:30) Gerechtigheid: de Gerechtigheid die van God is door het geloof in Jezus Christus. Zo heeft God er in Zijn Zoon allemaal in voorzien.

Het Hart van Wijsheid en de Uitverkiezing

Nu wil ik alleen één woord toevoegen wat betreft het volgende in deze groep, deze groep van vijf punten van de rijkdom van Zijn genade—Uitverkiezing, Aanneming, Verlossing, Wijsheid en Vervulling—daar heb ik maar vijf minuten of zo voor nodig, want het is zo nauw verbonden met wat wij al gezegd hebben. Uitverkiezing, Aanneming en Verlossing. Het woord dat ik eraan wil toevoegen, staat in Efeziërs 1, vers 8, “die Hij ons overvloedig geschonken heeft, in alle wijsheid en bedachtzaamheid, …”. O geliefden, een van de rijkdommen van Zijn genade hier is deze ‘wijsheid’, die Hij ons overvloedig geschonken heeft. Wat betreft deze veelzijdige en volle maat van wijsheid, die Hij ons overvloedig geschonken heeft, is Christus voor ons van God gemaakt tot ‘wijsheid’. Ik ga maar één ding zeggen in verband met wat al voorafgegaan is, en ook met het oog op wat er in de rest van dit hoofdstuk nog komt. Wat is de betekenis van ‘wijsheid’ hier? Nou, wij zullen het zo stellen, als de apostel deze vijf dingen heeft geclassificeerd, deze vijf ondoorgrondelijke dingen, dan gaat hij op zijn knieën. Dat was iets buitengewoons, want een Jood ging maar heel zelden op zijn knieën om te bidden, hij stond altijd tijdens zijn gebed, als hij in de synagoge was, stond hij altijd op zijn voeten als hij bad. In Markus 11:25 kunnen wij hierover lezen, “En wanneer u staat te bidden …”. De Jood stond tijdens zijn gebed altijd en hief heilige handen op. Slechts heel af en toe tref je hem op zijn knieën aan. Daniël echter knielde (Daniël 10:9). En hier in Efeziërs 3:14 zegt Paulus, “… buig ik mijn knieën voor de Vader …”. “Buig.” Hoezo? Waarom deze ongebruikelijke houding? Er staat iets ongewoons op het spel, dit is ongebruikelijk. Er is een buitengewone aanleiding voor. U zult toegeven dat dat ook zo was bij Daniël, u weet nog wel dat er iets enorm belangrijks bij betrokken was.

En nu de apostel zegt ‘Ik buig mijn knieën’, heeft dat te maken met iets geweldig groots. En wat vraagt hij, waar bidt hij om? Hij heeft al die dingen gezegd over de rijkdom van Zijn Genade, en hij weet hoe onbevattelijk het is: “Om deze reden buig ik mijn knieën voor de Vader van onze Heere Jezus Christus, …, opdat Hij u geeft, naar de rijkdom van Zijn heerlijkheid, met kracht gesterkt te worden door Zijn Geest in de innerlijke mens, …” Hier heeft u de kern van de wijsheid. Wat is de kern van de wijsheid? Het is de gave en het vermogen rechtstreeks in de kern der dingen naar binnen te kijken, het vermogen om het hart der dingen te zien. Dat is de geest van wijsheid en openbaring.

Nu schrijft Paulus in deze brief aan de Efeziërs over het mysterie dat eeuwen- en generaties lang verborgen is geweest, in de eeuwige tijden verhuld in Christus, maar nu uit het verborgene naar buiten gebracht en meegedeeld is. Paulus probeert dit uit te leggen, hij probeert erover te spreken. En de volgende dingen maken deel uit van het mysterie: ‘voorbestemming, voorverkiezing, verlossing …’. Iemand van de aanwezigen die eraan twijfelt of dit mysteries zijn? En mensen hebben zich honderden jaren in bochten gewrongen om deze woorden uit te leggen, ‘voorbestemming, voorverkiezing’, en zij hebben hun pogingen nog niet opgegeven. Paulus weet hoe diep deze rijkdommen van Zijn genade reiken, hoe geweldig het is wat ons in Christus gebracht wordt en hij valt voor dit alles op zijn knieën en zegt, “… [ik] buig mijn knieën voor de Vader, … opdat de Vader van de heerlijkheid u de Geest van wijsheid en van openbaring geeft …” (Efeziërs 3:14, 1:17; HSV). Wijsheid en openbaring, d.w.z. het vermogen de kern der dingen te zien, en het enige wat ik daaraan kan toevoegen is dat de Heilige Geest gekomen is en met ons is om ons de kern van deze dingen te openbaren.
Misschien hebben Christenen vandaag de dag er nog het meeste nood aan te zien wat de betekenis is van de dingen die zij geloven, te zien wat de ware betekenis van het Christendom is, de betekenis te zien van al deze dingen waar ons Christelijk geloof uit bestaat. Het zijn diepten waar wij niet bij kunnen, het zijn onmetelijk grote dingen.

Deze dingen zijn onpeilbaar, en wij hebben het vermogen nodig, een door God gegeven vermogen, om tot in het hart van deze dingen te kunnen zien. Maar God dank is dat mogelijk. Gode zij dank dat de Heilige Geest nu juist dáárvoor gegeven is. En wat ik u zeg, lieve vrienden, is dit: ‘Dat u en ik deze zelfde Geest mogen hebben en dit werk van de Geest om ons hart te openen, de ogen van ons hart om ons deze wijsheid te geven om in het hart van de dingen van Christus te kijken.’ En het is al zo heerlijk als je er een beetje van kunt zien. Om te kunnen zeggen, ‘Tjonge, dat heb ik nog nooit gezien, dat is licht, dat is nog eens verlichting, dat is de waarheid, dat heeft gevolgen, het gaat niet om het verstandelijke genoegen of geboeid zijn, het doet iets met ons, het plaatst ons in een positie waar wij dit niet zomaar kunnen vergeten, het is een deel van ons geworden, nooit zullen wij nog beweren dat wij er zonder kunnen.’

Wij zullen nooit zeggen, ‘Nou, dat is wel aardig, dat is heel fijn, maar laten wij nu terugkeren naar de eenvoudige dingen, de dingen die gemakkelijk te begrijpen zijn.’ Als je eenmaal in de kern van de dingen bent doorgedrongen, kun je dat niet meer zeggen, dat kun je niet weggooien, daar neem je niet zomaar afscheid van; als je dat doet, richt je onherstelbare schade aan aan je eigen geestelijk leven. ‘Ik en deze waarheid, dit licht, zijn één, het is niet iets wat ik heb, ik ben het zelf geworden, mijn eigen ik, mijn leven, ik kan er geen afscheid van nemen, ik heb het gezien, want God heeft het mij bekendgemaakt. Het heeft geen zin te proberen het allemaal uit te leggen, dat lukt gewoon niet, maar dat is het nu, het is deel van mij geworden.’ En dat is wijsheid, met geopende ogen regelrecht in het hart der dingen kijken, van binnen weten, innerlijk kennen, de betekenis van de dingen die wij gehoord hebben, waar wij over gelezen hebben en, misschien, geloofd hebben.

Maar, lieve vrienden, zoals u volgens mij wel kunt zien aan wat ik vanmiddag gezegd heb, is er een diepte, een volheid in dat woord ‘verlossing’. Een woord dat wij nauwelijks met enige diepgang hebben kunnen behandelen. En al het andere wat behoort tot onze redding, hoort thuis in dezelfde categorie, het moet afgemeten worden aan Gods Eigen grootheid. En wij zullen er de eeuwigheid voor nodig hebben om het te verstaan. Maar het is ons gegeven er hier al van af te weten, en steeds beter de diepte van de wijsheid van Zijn genade te leren kennen!

T. Austin-Sparks wilde dat wat om niet werd ontvangen ook om niet wordt gegeven, zodat zijn boeken en artikelen geen copyrights kennen - toen noch nu. Het gebruik van deze artikelen slaat u dus vrij, maar als u iets van deze site doorgeeft aan anderen vragen we u wel dit net zo te doen, d.w.z. zonder aanpassingen, kosten of copyrights.