Austin-Sparks.net

Het Koninkrijk, de Kracht en de Heerlijkheid

door T. Austin-Sparks

Hoofdstuk 6 - De Heilige Geest en de Verhoging van de Here Jezus

“Terstond nadat Jezus gedoopt was, steeg Hij op uit het water. En zie, de hemelen openden zich, en hij zag de Geest Gods nederdalen als een duif en op Hem komen. En zie, een stem uit de hemelen zeide: Deze is mijn Zoon, de geliefde, in wie Ik mijn welbehagen heb” (Mat. 3:16,17).

“Toen werd Jezus door de Geest naar de woestijn geleid om verzocht te worden door de duivel … Wederom nam de duivel Hem mede naar een zeer hoge berg en hij toonde Hem al de koninkrijken der wereld en hun heerlijkheid, en zeide tot Hem: Dit alles zal ik U geven, indien Gij U nederwerpt en mij aanbidt. Toen zeide Jezus tot hem: Ga weg, satan! Er staat immers geschreven: De Here, uw God, zult gij aanbidden en Hem alleen dienen” (Mat. 4:1,8-10).

“… en leidt ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze. [Want Uwer is het Koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid in der eeuwigheid. Amen.]” (Mat. 6:13).

“Want David is niet opgevaren naar de hemelen, maar hij zegt zelf: De Here heeft gezegd tot mijn Here: Zet U aan mijn rechterhand, totdat Ik uw vijanden gemaakt heb tot een voetbank voor uw voeten. Dus moet ook het ganse huis Israëls zeker weten, dat God Hem èn tot Here èn tot Christus gemaakt heeft, deze Jezus, die gij gekruisigd hebt” (Hand. 2:34-36).

“… die Hij heeft gewrocht in Christus, door Hem uit de doden op te wekken en Hem te zetten aan zijn rechterhand in de hemelse gewesten, boven alle overheid en macht en kracht en heerschappij en alle naam, die genoemd wordt niet alleen in deze, maar ook in de toekomende eeuw. En Hij heeft alles onder zijn voeten gesteld en Hem als hoofd boven al wat is, gegeven aan de gemeente, die zijn lichaam is, vervuld met Hem, die alles in allen volmaakt” (Ef. 1:20-23).

De Verhoging van Christus

In deze schriftgedeelten gaat het duidelijk om het Koninkrijk, de kracht en de heerlijkheid, zoals die berusten bij de Here Jezus. Uiteindelijk gaat het om de verhoging van Christus. Alles draait om de vraag bij wie het Koninkrijk, de kracht en de heerlijkheid berusten, aan wie de heerschappij toebehoort. Dit is de grote vraag van alle tijden. Die vraag loopt door het hele Oude Testament als het punt achter alle dingen waar het in wezen om gaat. Het is een grote hulp bij het lezen van het Oude Testament als je daar rekening mee houdt. Altijd gaat het om dat ene: wie heeft de heerschappij, wie heeft het gezag? Maar ook in het Nieuwe Testament is het heel duidelijk de zaak waar alles om draait. Het is hier niet zo verborgen als in het Oude Testament, maar het wordt openlijk gezegd. Daar is een reden voor, waar we later nog op terugkomen. Zodra je het Nieuwe Testament begint te lezen in Mattheüs, word je geconfronteerd met deze kwestie van het Koninkrijk, de kracht en de heerlijkheid. Het wordt openlijk aan de orde gesteld. Niet als een verborgen strijd, maar als een in het oog vallend conflict. Van Mattheüs tot en met Openbaring gaat het om dit geweldig belangrijke punt, dat uitgevochten wordt in de hemelse gewesten en ook hier op aarde een uitdrukking heeft. We hebben het nu dus over de grote vraag van alle tijden, die zich steeds meer doet gelden naarmate we het einde tegemoet gaan.

Hiertoe is het noodzakelijk dat de gemeente heel bewust en positief haar plaats inneemt op grond van de verhoging van de Here Jezus. Als de gemeente die positie namelijk niet inneemt, is er geen enkele hoop dat de Boze “nedergeworpen” wordt. Laat ik dat nog eens andersom formuleren. De enige kans dat het koninkrijk der duisternis, de macht van de boze, het satanische systeem, omver geworpen wordt, is als de gemeente in de volle betekenis van de troonsbestijging van de Here Jezus gaat staan. Dat is de uitdaging van onze tijd, zoals dat de hele kerkgeschiedenis door een uitdaging geweest is, maar het wordt nu in toenemende mate urgent, naarmate het einde nadert. Daarom bepaalt de Here ons hier nu bij, om er ernstig mee bezig te zijn. Het raakt verscheidene belangrijke zaken in ons christelijke leven en werk.

De heilige Geest en de troon

In de eerste plaats brengt het ons in onmiddellijk contact met de heilige Geest en met alles wat de komst van de heilige Geest betekent. Ik bedoel nu niet de bepaalde aspecten van de heilige Geest, zoals gaven, kracht, heiligmaking, enzovoort. Die zijn wel van grote betekenis en hebben zeker te maken met de heilige Geest, maar waar het de heilige Geest in de eerste plaats om te doen is, is iets anders. Deze aspecten zijn de uitwerking van iets anders; zij volgen. Wat wij moeten zien is dat het de heilige Geest in de allereerste plaats te doen is om de troon. Dat omvat al het andere. Als ik dat woord “troon” gebruik, bedoel ik de heerschappij, de soevereiniteit, de regering, de zeggenschap; het Koninkrijk, de kracht en de heerlijkheid en waar die gezeteld zijn. Al deze woorden geven aan waar het de heilige Geest in de allereerste plaats om te doen is. Vele bijbelgedeelten gaan hierover, maar ik ga al deze teksten hier niet aanvoeren. Ik wil slechts een enkel voorbeeld geven.

Een bekend voorbeeld vinden we in het Oude Testament, aan het begin van het boek Jozua, waar Jozua getart wordt door de aanwezigheid van Iemand met een uitgetrokken zwaard. Hij stelt Zich voor als de vorst van het heir des Heren. We herkennen in Hem niemand minder dan de heilige Geest Zelf, die vaker wordt voorgesteld met een zwaard. Denk maar aan “het zwaard des Geestes”. Hier zien we dus de heilige Geest staan als de vorst van het heir des Heren en het punt waar het om gaat is het Koninkrijk, de kracht en de heerlijkheid. Met andere woorden: de heerschappij van de hemel. Het gaat hier om de zetel van het goddelijk gezag en de uitoefening daarvan, om de heerschappij. Wat voor hen lag was de omverwerping van het totale systeem van valse en boze heerschappij in Gods gebied, en het uitwerpen daarvan. De zeven volken spreken van een volledige geestelijke heerschappij die in strijd is met God. Deze moet volkomen uitgeworpen worden en daarvoor in de plaats moet Gods regering, Gods Koninkrijk worden gevestigd. Dit is het doel waarvoor de heilige Geest op het toneel verschijnt. Het enige waar Hij uiteindelijk belang bij heeft, al om¬vat dat ook vele andere dingen, is het oprichten van de troon van God in dat gebied waar de boze overheden en machten tot nu toe de baas zijn geweest. Dat is een sleutel tot het hele onderwerp van de heilige Geest en Zijn komst.

Een ander voorbeeld uit het Oude Testament is de monarchie. David wordt tot koning gezalfd en zalving geeft altijd aan dat de heilige Geest komt om een bepaald doel te verwezenlijken. Hier, bij de zalving van David, vinden we het beeld van de heilige Geest die het koningschap wil verwezenlijken, het koninkrijk, de kracht en de heerlijkheid. Niet lang na de zalving wordt de vijandschap openbaar. Het volgt gewoon vanzelf. Zo gaat het altijd, vanwege de reden waarom de heilige Geest komt. Waar het in de eerste plaats om gaat is niet het een of andere detail van het werk van de heilige Geest, maar dat allesomvattende doel van de heilige Geest om de goddelijke heerschappij te vestigen. Daarom wordt de zalving van David al snel gevolgd door een oplaaiende vijandschap. En vanwege die zalving wordt David spoedig daarna in een vreselijk conflict verwikkeld dat jaren duurt. Dat is een duidelijk teken dat de boze machten inzien wat die zalving betekent. Het gaat niet slechts om deze ene man. Hoewel het de vijand wel aangaat dat iemand een heilig leven leidt, dat hij geheiligd wordt of een bepaalde geestelijke gave beoefent, is dat het toch niet waar de vijand zich in eerste instantie druk om maakt. Die zalving geeft het feit aan dat de heerschappij van de vijand afgenomen wordt en ergens anders gevestigd. Dat is het wat de strijd veroorzaakt. Daarom wordt David, vanwege die zalving, in een jarenlange strijd gewikkeld.

Tweeërlei bemoediging

Er zijn twee aspecten aan deze zaak, die we ter bemoediging willen noemen. De eerste is dat deze zelfde strijd, die door de tegenstand van de boze veroorzaakt werd, David juist toebereidde en bekwaam maakte voor het koningschap. Dat geldt ook voor de gemeente.

De tweede is dat daar waar de zalving werkelijk blijft, de strijd beslecht is. Daar is de heerschappij. Die kun je niet aan de kant zetten. Misschien is er zwakheid of zelfs falen, misschien bezwijkt David soms, maar de zalving blijft en hij is Gods koning. En nooit zal het ontbreken aan een koning op de troon van David, vanwege de zalving. Het principe van troonsopvolging is altijd de zalving. Dat de troon van David voor eeuwig bezet is, is vanwege de zalving. En op wie rust de zalving? Dat weet u, dat is op de grote Zoon van David. Die troon is nooit onbezet geweest vanwege de zalving. Het is dus de heilige Geest die zich inzet voor de troon. Tot zover de illustraties uit het Oude Testament.

De vijandschap van de satan

1) De aanval op de Here Jezus Christus

In het Nieuwe Testament wordt alles heel duidelijk. De Here Jezus verschijnt op het toneel van de wereldgeschiedenis. De zalving komt op Hem en onmiddellijk komt de vijand in actie. De strijd brandt los, de oorlog begint. Daar zijn twee kanten aan. Het feit van de zalving prikkelt de vijand altijd tot actie, maar voor de gezalfde zelf betekent het dat hij de vijand gaat vellen. Als wij de zalving van de Geest hebben, komt de vijand uit zijn schuilhoek te voorschijn en we worden ons ervan bewust dat hij uit alle macht tegen ons is. Maar die zalving brengt ook met zich mee dat wij ons inzetten om ervoor te zorgen dat het Koninkrijk, de kracht en de heerlijkheid voor God zijn. We staan voor de rechten van God tegenover het tarten van de vijand. Wij moeten het geen eenzijdige strijd laten worden, waarbij alleen de vijand aanvalt. De zalving maakt dat wij de strijd niet schuwen. Wij zijn immers absoluut zeker van de uiteindelijke overwinning. De heilige Geest verbindt zich daar bij de Jordaan met de Here Jezus en dat betekent dat de strijd met satan nu openlijk gestreden wordt. Het gaat, zoals altijd, om dat allerbelangrijkste, de troon.

De Here Jezus maakt direct duidelijk waar het op staat: “De Here, uw God, zult gij aanbidden en Hem alleen dienen.” Dat is de zetel van het gezag, van de heerschappij. De Here Jezus maakt dit de duivel heel duidelijk, als die meent Gods Zoon het koninkrijk aan te kunnen bieden. Maar de satan wordt afgewezen en hem wordt te verstaan gegeven dat het koninkrijk de Vader toebehoort. Spoedig daarna zien we dat de Here Jezus de zijnen, Zijn gemeente in de dop, de gebedsprincipes laat zien en wel in het licht van hoofdstuk vier. Hij leert hen zeggen: “Leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze. Want Uwer is het Koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid.” Van U! We moeten verlost worden van de boze in zijn pogingen ons in zijn koninkrijk te brengen. Wij moeten onze positie innemen en vasthouden dat het Koninkrijk, de kracht en de heerlijkheid in de hemel zijn. Dat heeft de heilige Geest op het oog.

De satan heeft gefaald in de geestelijke wereld. Toen, vóór de schepping, heeft hij gefaald en is verslagen in de onzichtbare wereld. Nu probeert hij zijn slag te slaan in de zichtbare, de aardse wereld. Zo zien we dat het in het Mattheüs-evangelie gaat om dit ene punt. De aanspraak van de Here Jezus op het koninkrijk wordt tegen Hem gebruikt om Hem voorgoed uit te schakelen. Hij heeft gezegd dat Hij de koning der Joden is. Hij heeft aanspraken gemaakt op een koninkrijk, en op uiterst subtiele wijze worden Zijn aanspraken op het koninkrijk tegen Hem gebruikt: “Wij hebben geen koning dan de keizer!” Wat is dat ernstig als we ons overgeven aan iets dat volkomen vals is! Dat was niet waar. Die Joden wilden in hun hart de keizer helemaal niet erkennen als hun koning. Maar ze zijn tot alles bereid, tot leugens, tot ongerechtigheid, als Deze, die aanspraak maakt op het Koninkrijk, maar uit de weg geruimd wordt. Dat is nu echt het werk van de duivel. Hij staat nergens voor. Als je te maken krijgt met de boze machten, met de boze zelf, hoef je niet te rekenen op enig respect voor de waarheid, voor morele normen. Helemaal niet! Die lapt hij aan zijn laars. Elke leugen, hoe groot ook, wordt met beide handen aangegrepen vanwege het grote belang van de zaak. Dat wat op het spel staat is het koninkrijk, het gezag, de troon.

Nu gaat het tussen Christus en de Joden om hetzelfde eeuwige punt. Wie is heer? Waar is de troon? Wie heeft die? De satan zoekt Hem te vernietigen vanwege de zalving. Maar de overwinning over satan in die laatste gemene, lage daad van compromis om de Here Jezus te vernietigen, ligt daarin dat de heilige Geest diezelfde daad aangrijpt en tot een geweldige overwinning over de machten van de vijand maakt. Dat ligt besloten in die woorden uit Hebreeën 9:14: “… die door de eeuwige Geest Zichzelf als … offer … gebracht heeft.” Dat is een totaal andere kijk op de zaak! Satan komt van buitenaf en brengt deze Koning naar het kruis, levert Hem over in de handen van moordenaars en bewerkstelligt Zijn ondergang, vanwege dat geweldige punt, de troon. Maar de zalving is er en die neemt deze duivelse aanval, deze dood, dit kruis en maakt het tot iets totaal anders dan satan bedoeld had. En zo offert de Here Jezus Zichzelf als een smetteloos offer aan God en daarin ligt de overwinning. Wat we hebben willen benadrukken is dat het de zalving, de heilige Geest, altijd maar om één ding gaat, namelijk de verhoging van de Here Jezus, Zijn troon.

2) De aanval op de gemeente

Sindsdien is ditzelfde punt de achtergrond geweest van alle gebeurtenissen, de hele kerkgeschiedenis door. Daar ging het om in de strijd tussen de gemeente en het Romeinse rijk. Het was een kwestie van Christus of de keizer. Bij wie berust het gezag, waar is de troon, wie regeert? Waar is het koninkrijk, de kracht en de heerlijkheid? Is het Christus of de keizer? Die twee kunnen niet naast elkaar bestaan. De strijd tussen de gemeente en het Romeinse rijk was eenvoudig de strijd om de troon tussen Christus en satan. De strijd begon op de pinksterdag met de komst van de heilige Geest. Opnieuw is het de heilige Geest die zich inzet voor die troon. Waar ging het om in de “pinksterpreek” van Petrus? “De Here heeft gezegd tot mijn Here: Zet U aan mijn rechterhand, totdat Ik uw vijanden gemaakt heb tot een voetbank voor uw voeten.” De samenvatting van alles volgt dan: “Dus moet ook het ganse huis Israëls zeker weten, dat God Hem èn tot Here èn tot Christus gemaakt heeft, deze Jezus, die gij gekruisigd hebt.”

Daar draait alles om. Daarom is de strijd nu ontbrand. Dat heeft de Geest gedaan. Het is de heilige Geest die door de gemeente luid verkondigt dat Jezus Christus Heer is en het duurt niet lang of deze nieuwe strijd ontbrandt. De gemeente ondervindt de gevolgen daarvan en zo begint de lange geschiedenis van lijden en vervolging door de eeuwen heen. Ook nu bepaalt dit de wereldgeschiedenis. Achter elke oorlog gaat het om dit conflict. Het gaat om het koninkrijk, de kracht en de heerlijkheid. Het gaat om de troon. Achter alle dingen is de vijand bezig de komst en de naderende oprichting van de troon van de Here Jezus tegen te houden. Maar de heilige Geest is voor alles uit op die troon voor Christus. Als u en ik daarom geheel onder de heerschappij van de heilige Geest staan, zullen we vooral op dit punt in de strijd betrokken worden. Het gaat erom de boze machten omver te werpen, satan en zijn systeem van de troon te stoten. Met dat doel voor ogen werkt de heilige Geest voortdurend in ons en door ons. We moeten dat gaan zien. Pas als we geestelijk één zijn met dat doel dat de heilige Geest voor ogen staat, kunnen we de volheid van de Geest leren kennen. Men bidt om een persoonlijk pinksteren; terecht of niet, men bidt om een herhaling van pinksteren. Wat bedoelen de mensen als ze op die manier om een pinksterervaring bidden? Ik denk dat we het wezenlijke gemist hebben. We zoeken iets, een ervaring in onze zintuigen, kracht, vertoon. “Er gaat van alles gebeuren als het maar weer pinksteren wordt. Er komt opwekking!” Dat is de algemene opvatting. Moge de Heer onze ogen openen! Die dingen zijn op zich wel goed en kunnen ook wel het gevolg zijn, maar dat is niet de eigenlijke betekenis van pinksteren. De volheid van de geest heeft te maken met het Heer-zijn van Jezus Christus, niets minder. Dit laat ons zien hoezeer we de heilige Geest nodig hebben, vanwege de intense strijd op dit punt.

Het gezag van de Naam

Als de heilige Geest werkelijk aan onze kant staat, betekent dit dat twee dingen het gevolg zijn. Als de heilige Geest werkelijk Zijn plaats krijgt en kan doen wat Hij wil, zullen twee dingen daaruit moeten volgen. Het ene is dat we de waarde van het gezag van de Naam van Jezus zullen moeten leren. Uit Handelingen blijkt dat dit al heel gauw na Pinksteren aan de orde was. Zie dit niet over het hoofd! Vanaf het moment dat de heilige Geest kwam, handelden de apostelen in die Naam. Elke stap die ze zetten was in die Naam, de Naam van de Here Jezus. Dat weet u uiteraard. Maar het is goed als u in die eerste hoofdstukken van het boek Handelingen die gedeelten onderstreept waar de Naam genoemd werd. “Deze naam … door het geloof in Zijn naam …” enzovoorts. Wij zullen opnieuw de waarde van de Naam van Jezus moeten leren, want pas als we die zien, kunnen we in deze strijd de volle overwinning behalen. Ik ga nu niet verder spreken over de kracht van de Naam; dat is niet ons onderwerp. Ik zeg enkel dat, als de heilige Geest komt, Zijn doel de troon is, de heerschappij. Daarom moet de gemeente door de heilige Geest die Naam kennen in al zijn waarden en deugden. U kunt niet zeggen dat Jezus Heer is dan door de Geest. Dat betekent niet dat u dat zinnetje “Jezus is Heer” niet kunt zeggen. Het is duidelijk dat de apostel bedoelde dat de geestelijke kracht van die uitspraak afhangt van de vraag of ik de heilige Geest heb. Los van de heilige Geest heeft deze uitspraak geen geestelijke betekenis of waarde. Als u deze echter in de heilige Geest uitspreekt, gebeurt er iets. “Daarom heeft God Hem ook uitermate verhoogd en Hem de naam boven alle naam geschonken” (Fil. 2:9). Het betekent, geliefden, dat u in de volle overtuiging van de verhoging van Christus staat. En omdat u daar staat, wordt de uitwerking van Zijn Naam effectief.

Het getuigenis: Jezus is Heer

Het tweede punt in verband met de zalving is, dat we heel bewust en heel concreet moeten gaan staan op deze grond, dat Jezus Heer is, voor God en tegen de boze. Dat standpunt zal aangevochten worden, aangevochten tot het uiterste en op elke denkbare wijze. Dan ontdekken we dat onze Efeze-positie noodzakelijk is: “… opdat gij kunt staan … wederstaan … en alles verricht hebbende, staande blijven” (S.V.) Hiermee wil ik zeggen dat het innemen van een positie alleen niet genoeg is. Op grond van die positie moeten we handelen en elke inbreuk op die positie weerstaan door stand te houden! En nadat je dat alles gedaan hebt, moet je daar nog steeds blijven staan, en voet bij stuk houden. Het gaat om de troon in verband met Gods volk, want naar Gods eeuwige raadsbesluiten zijn wij met die troon verbonden. Als we verder komen zullen we er meer van zien, maar hier beginnen wij. Het eerste belangrijke is dat wij dit feit erkennen, dat de heilige Geest slechts één doel op het oog heeft. Al Zijn activiteiten zijn op dat ene doel gericht, namelijk dat Jezus Christus tot Heer gemaakt wordt. Daar is Hij op uit en als u ernaar verlangt de werking van de heilige Geest te zien in uw leven en door u heen, denk er dan aan dat dit Zijn doel is. Hij zal ons niet voortdurend prettige gevoelens en mooie ervaringen geven, die ons een prominente plaats zouden bezorgen en ons belangrijk maken. Misschien neemt de heilige Geest ons mee naar de diepte om zo Jezus Christus tot Heer te maken in ons leven. Hij doet het zodanig, dat Hij Zijn doel het best bereikt. Hij zal ons onttronen. Hij zal al onze kracht, onze heerlijkheid en ons koninkrijk verbreken. Zijn doel is dat Jezus Christus Heer over alles is en het gebed van de heilige Geest is dan ook: “Van U is het Koninkrijk, de kracht en de heerlijkheid”.

T. Austin-Sparks wilde dat wat om niet werd ontvangen ook om niet wordt gegeven, zodat zijn boeken en artikelen geen copyrights kennen - toen noch nu. Het gebruik van deze artikelen slaat u dus vrij, maar als u iets van deze site doorgeeft aan anderen vragen we u wel dit net zo te doen, d.w.z. zonder aanpassingen, kosten of copyrights.