Austin-Sparks.net

In de Leerschool van Christus

door T. Austin-Sparks

Hoofdstuk 3 - Leren door Openbaring

“In de gezichten Gods bracht Hij mij naar het land van Israël en zette mij neer op een zeer hoge berg; daarop was iets als een stad gebouwd aan de zuidzijde. Toen Hij mij daarheen gebracht had, zie, daar bevond zich een man, die er uitzag als was hij van koper, met een linnen snoer en een meetroede in zijn hand; hij stond in de poort. De man sprak tot mij: Mensenkind, zie met uw ogen en hoor met uw oren en richt uw opmerkzaamheid op alles wat ik u zal laten zien; want opdat ik u dit zou laten zien, zijt gij hierheen gebracht. Verkondig alles wat gij zien zult aan het huis Israëls” (Ezech. 40:2-4).

“Gij nu, mensenkind, vertel het huis Israëls van de tempel – opdat zij zich schamen over hun ongerechtigheden – en laten zij het model nameten en als zij zich schamen over alles wat zij bedreven hebben, maak hun dan bekend de vorm van de tempel en zijn inrichting, zijn uitgangen en zijn ingangen, al zijn vormen, al zijn voorschriften, al zijn vormen en al zijn wetten, en schrijf die op voor hun ogen, opdat zij al de vormen en voorschriften ervan nauwgezet ten uitvoer brengen” (Ezech. 43:10,11).

“In den beginne was het Woord en het Woord was bij God, en het Woord was God. Dit was in den beginne bij God. Alle dingen zijn door het Woord geworden, en zonder dit is geen ding geworden dat geworden is. In het Woord was leven, en het leven was het licht der mensen” (Joh. 1:1-4).

“Het Woord is vlees geworden, en het heeft onder ons gewoond en wij hebben Zijn heerlijkheid aanschouwd, een heerlijkheid als van de eniggeborene des Vaders, vol van genade en waarheid” (Joh. 1:14).

“En Jezus zeide tot hem: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg ulieden, gij zult de hemel open zien en de engelen Gods opstijgen en nederdalen op de Zoon des mensen” (Joh. 1:52).

Gods Antwoord op een Toestand van Verval

Het is Gods bedoeling om onder de mensen te wonen. De tempel en Jeruzalem waren daar een voorafschaduwing van. Maar het volk had God en deze gedachte aan de kant gezet en verloren en de heerlijkheid was verdwenen. Toen werd aan Ezechiël het visioen van een nieuw hemels huis gegeven. Dat visioen moest hij opschrijven. Van dit huis werden de afmetingen en de beschrijving vanuit de hemel gegeven, tot in de details nauwkeurig. Op dezelfde manier gebeurde het dat de gemeente in het Nieuwe Testament haar zuiverheid en waarheid, haar kracht en haar hemelse karakter en orde verloor. De oorspronkelijke heerlijkheid van die eerste nieuwtestamentische dagen begon te verdwijnen. En in die situatie werd Johannes er door de Geest toe geleid het nieuwe, wonderbare, hemelse en geestelijke te laten zien, in de persoon van de Here Jezus. Die nieuwe hemelse presentatie van Christus vinden we in het Evangelie naar Johannes, in zijn brieven en in de Openbaring. We moeten daarbij wel bedenken dat het Evangelie naar Johannes praktisch het laatst geschreven bijbelboek is. Misschien is de volle betekenis hiervan nog niet tot ons doorgedrongen. We nemen de Evangeliën in de volgorde waarin ze in het Nieuwe Testament staan. Bij het lezen verplaatsen we ons in de tijd van de Here Jezus toen Hij op aarde was. En alles wat verder in het Nieuwe Testament staat, de Handelingen en de brieven, zien we dan als toekomst. Dat is bijna onvermijdelijk, maar we moeten ons toch losmaken van dat idee.

Waarom werd het Evangelie van Johannes geschreven? Werd het alleen geschreven als een historisch document over het leven van de Here Jezus hier op aarde, zodat er, samen met de andere Evangeliën een volledig verslag van Zijn aardse leven bewaard zou blijven? Was dat alles? Voor heel veel mensen is dat inderdaad alles. De Evangeliën worden gelezen om het leven van de Here Jezus hier op aarde te bestuderen. Dat kan heel goed zijn, maar ik wil met klem zeggen dat dit niet de voornaamste bedoeling van de Heilige Geest was toen Hij het schrijven van die Evangeliën inspireerde. Dit is vooral te zien in het Johannesevangelie, dat zoveel later geschreven werd, na alle andere bijbelboeken. Want toen Johannes zijn laatste geschriften schreef, waren de andere apostelen al in de hemel. Dit Evangelie werd geschreven toen de nieuwtestamentische Gemeente haar oorspronkelijke vorm en kracht en geestelijk leven verloren had. Ook haar hemelse karakter en goddelijke orde waren verloren gegaan. Het werd geschreven toen de omstandigheden zo waren als in de brieven aan de zeven gemeenten in Asia beschreven wordt, aan het begin van het boek Openbaring en zoals ook duidelijk op te maken is uit zijn brieven.

Wat was dan de reden? Zoals Johannes schrijft is de toestand niet meer wat het was. Het is niet meer zoals God het bedoeld had. Het is niet langer een uitdrukking van Gods gedachte in en voor Zijn volk. De hemelse orde is in verval geraakt en raakt steeds meer in verval. Het hemelse karakter is verloren gegaan en het christendom neemt een aardse vorm aan. Het ware leven gaat verloren en de heerlijkheid verdwijnt. Op die situatie reageert God met een nieuwe openbaring van Zijn Zoon, hemels en geestelijk. De kenmerken van het Johannesevangelie zijn immers het hemelse en geestelijke, is het niet zo? Jazeker, hier wordt Zijn Zoon opnieuw in het licht gesteld. En hoe! Niet alleen maar als Jezus van Nazareth, maar als de Zoon des mensen, de Zoon van God, God geopenbaard in de mens, vanuit de eeuwigheid, met al de volheid van het Goddelijk wezen. Dat was wat God Zijn volk wilde laten zien.

Wij moeten dus het Evangelie van Johannes en zijn andere geschriften vanuit het perspectief van de Heilige Geest bekijken. Dan zien we dat het Gods weg van herstel is Zijn Zoon opnieuw naar voren te brengen, wanneer Zijn volle bedoeling, Zijn oorspronkelijke gedachte, verloren is gegaan, wanneer die hemelse openbaring verdwenen is en de hemelse heerlijkheid weg is. Het herstel ligt niet in de terugkeer naar een bepaalde wijze van doen in de Gemeente of naar leerstellingen, maar daarin dat God Zijn Zoon naar voren brengt, dat Christus Zijn volk opnieuw voor ogen wordt gesteld, voor de ogen van hun hart, in alle grootheid van Zijn hemelse en geestelijke betekenis.

Dat is het antwoord dat we bij Johannes vinden op deze toestand die we in het Nieuwe Testament tegenkomen. Dit laat zo duidelijk zien dat de Gemeente hard op weg was haar hemelse positie te verliezen. Er kwamen allerlei slechte invloeden binnen en het werd gaandeweg een aardse zaak. Wat zal God nu gaan doen? Hoe zal Hij Zijn doel, Zijn voornemen redden, nu het zo gevaarlijk dicht bij de verdwijning lijkt te zijn? Hij gaat Zijn Zoon opnieuw openbaren. Bedenk dat Gods antwoord altijd Zijn Zoon is. Welke beweging zich ook voordoet – in de wereld, uitlopend op de komst van de Antichrist (Gods antwoord op de Antichrist zal Christus zijn in Zijn volle glorie van goddelijke heerlijkheid) of in de Gemeente die achteruit gaat en afvallig is – Gods antwoord zal altijd Zijn Zoon zijn.

Dat is de betekenis van het begin van het boek Openbaring. De Gemeente is niet meer op haar plaats. De heerlijkheid is weg. Maar God grijpt in met een openbaring van Zijn Zoon. “Ik ben … de levende, en Ik ben dood geweest, en zie, Ik ben levend tot in alle eeuwigheden, en Ik heb de sleutels van de dood en het dodenrijk.”

Christus wordt getoond. En dan wordt alles gemeten en beoordeeld in het licht van die hemelse Mens met het meetsnoer in Zijn hand. Als we dat alleen zouden zien en oppakken, zou het al genoeg zijn. Alles, voor God én voor ons, hangt af van een openbaring van de Here Jezus aan ons hart. O nee, het zit hem niet in de poging het nieuwtestamentische patroon te herstellen. Het is niet het terugbrengen van de nieuwtestamentische orde. Het ligt zelfs niet in het opnieuw onderschrijven van de nieuwtestamentische waarheid en leer. Dat zijn maar dingen, en ze kunnen als raamwerk gebruikt worden. Maar ze kunnen nooit de garantie geven van leven, van kracht en heerlijkheid. Er zijn hier op aarde genoeg mensen die de nieuwtestamentische leer en methode en orde hebben, maar bij wie het een koude, dode vorm is. Het leven, de heerlijkheid is er niet; de verrukking is er niet. Nee, Gods weg van heerlijkheid is in Zijn Zoon. Gods weg van leven is in Zijn Zoon. Gods weg van kracht is in Zijn Zoon. Gods weg van de hemelse natuur is in Zijn Zoon. Dat is het Evangelie van Johannes in een paar woorden. Dat is wat God daarin zegt. Alles is in de Zoon. Het enige wat nodig is, is de Zoon te zien. En als je de Zoon ziet doordat God je ogen geopend heeft, volgt de rest vanzelf. Dat is het Johannesevangelie.

“Hoe zijn dan uw ogen geopend?” Wie heeft dat gedaan? Hoe heeft Hij dat gedaan? Het antwoord van de blindgeborene op deze ondervraging kwam in feite hier op neer: Jullie vragen mij naar het hoe en waarom van de dingen. Maar dat kan ik je niet vertellen. Ik kan het jullie echt niet uitleggen, maar ik heb de werkelijkheid, het feit. En daar gaat het om! “Eén ding weet ik, dat ik blind was, en nu zie.” Het is het licht door het leven. “In Hem was leven en het leven was het licht …”

We willen niet alleen maar een uiteenzetting kunnen geven van de waarheid, en die uitdiepen en verklaren. Dat is niet het belangrijkste. Het belangrijkste is dat het leven het licht voortbrengt en wel in de openbaring van de Zoon. Als ik alles zou moeten samenvatten zou ik in de eerste plaats zeggen dat God alles van Zichzelf besloten heeft in Zijn Zoon. Het is onmogelijk iets van God te kennen of te ontvangen buiten de Here Jezus, Zijn Zoon om. Dat is voor God een uitgemaakte zaak, definitief.

Alleen door Openbaring kun je Christus Kennen

Het tweede dat ik zou willen zeggen is, dat het onmogelijk is om iets van al de volheid die God in Zijn Zoon besloten heeft, te kennen of te hebben zonder een innerlijke openbaring door de Heilige Geest. De Heilige Geest moet eerst een wonder bewerken in iedere man of vrouw voordat ze iets te weten zullen komen van wat God in Christus besloten heeft. Dat is alweer een samenvatting van het Johannesevangelie, want in het midden daarvan gaat het over een man die blind geboren is. Hij heeft nooit kunnen zien. Het is bij hem niet een kwestie van herstel; hij krijgt het gezichtsvermogen. Voor het eerst. Het wordt voor die man een totaal nieuwe wereld. Wat hij ook mag hebben vermoed of geraden, wat hij zich ook mag hebben voorgesteld, en hoeveel hem er ook van verteld is, echt zien betekent een heel nieuw begin. Het wordt een compleet wonder, een heel nieuwe wereld komt tevoorschijn. Al zijn voorstellingen van wat er in die wereld was en hoe het er uitzag, bleken het niet te halen bij wat hij nu werkelijk zag. Je kunt nooit iets zien als dat wonder van binnen niet is gebeurd.

God heeft alles van Zichzelf besloten in Zijn Zoon. Niemand kan daar iets van kennen, behalve wanneer het hem geopenbaard wordt. “Niemand kent de Zoon dan de Vader, en niemand kent de Vader dan de Zoon, en wie de Zoon het wil openbaren” (Mat. 11:27). Openbaring wordt alleen gegeven als de Zoon dat wil.

Openbaring Hangt Samen met Omstandigheden

Dan nu het derde punt. God geeft de openbaring van Zichzelf in Christus altijd in nauw verband met praktische omstandigheden. Dat moet je goed beseffen. Jij en ik zullen nooit op een andere manier openbaring krijgen, dan in samenhang met een bepaalde noodzaak. We krijgen die openbaring niet simpelweg als informatie. Dat is kennis, geen openbaring. Door studie ontvangen we geen openbaring. Toen de Here in de woestijn het manna gaf (een type van Christus als het brood uit de hemel) bepaalde Hij uitdrukkelijk dat er geen kruimel meer mocht worden ingezameld dan voor die dag nodig was. Als ze toch meer zouden verzamelen dan voor hun onmiddellijke behoefte, zouden ziekte en dood hen overvallen. Het principe, de wet van het manna, is dat God Zich in Christus openbaart in samenhang met situaties waarin sprake is van een zekere nood. We krijgen geen openbaring alleen maar als vermeerdering van onze kennis, als een leerstelling, een uitleg of theorie. Dit betekent dat God ons in situaties zal brengen waar alleen de openbaring van Christus ons kan helpen en redden.

Je ziet dat de apostelen hun openbaring voor de gemeente in praktische situaties kregen. Ze hielden nooit een vergadering met elkaar om een plan voor leer en praktijk van de gemeenten op te stellen. Ze gingen gewoon aan de slag en stuitten op wanhopige situaties. En in zulke dringende situaties, waar ze vaak wanhopig van werden, moesten ze wel tot God gaan om openbaring te ontvangen. Het Nieuwe Testament is heel praktisch, omdat het is ontstaan uit dringende situaties. De Here gaf licht voor een situatie. We zouden kunnen zeggen dat de openbaring van Christus in noodsituaties de manier is om Christus levend te houden, en de enige manier waarop Christus werkelijk leeft voor Zijn kinderen. Je begrijpt wel wat ik bedoel.

Dit is dus de reden waarom de Here ons in acute situaties brengt. De Here wil beslist niet dat we langs zuiver theoretische weg waarheid verkrijgen, dat we de “techniek” leren. O, laten we oppassen voor techniek als iets opzichzelfstaands. En al heeft het Nieuwe Testament een zekere techniek in zich, we moeten erkennen dat we die er niet zomaar uit kunnen lichten en toepassen. We moeten in nieuwtestamentische situaties komen om een openbaring van Christus te krijgen die voor die situatie de oplossing geeft. Daarom brengt de Heilige Geest ons in de harde werkelijkheid, in acute toestanden en omstandigheden, in noden, waarin alleen een nieuw kennen van de Here Jezus onze redding kan zijn, onze verlossing, ons leven. En dan geeft Hij ons geen openbaring van waarheid, maar een openbaring van de Persoon, nieuwe kennis van de Persoon. Dan gaan we Christus op zo’n manier zien dat Hij precies het antwoord is op onze nood. We putten niet uit iets, maar uit Iemand.

Hij is het Woord. “In de beginne was het Woord.” Dit wil zeggen dat God Zich aan ons kenbaar gemaakt heeft in een Persoon, niet in een boek. God heeft niet in de eerste plaats een boek geschreven, al hebben wij de bijbel. God heeft een Persoon geschreven. In één van zijn boekjes heeft Dr. A.B. Simpson dit zo geïllustreerd: Hij vertelt dat hij eens ergens de Grondwet van de Verenigde Staten had gezien, op perkament geschreven. Hij stond er vlakbij en kon alle details van de Grondwet lezen. Maar toen hij een paar stappen terugging, zag hij op dat perkament niets anders dan het hoofd van George Washington. Hij kwam weer dichterbij en zag dat de Grondwet zo geschreven was in licht en schaduw dat het de vorm kreeg van het hoofd van George Washington. Zo is het. God heeft de openbaring van Zichzelf geschreven, maar het is in de Persoon van Zijn Zoon, het Hoofd, de Here Jezus. Je kunt de grondwet van de hemel niet hebben, behalve in die Persoon. En de grondwet van de hemel is de Persoon in de vorm van Gods Zoon.

Ik vertrouw erop dat je dit zult aannemen en ermee naar de Heer zult gaan. Dan moet je niet vragen om licht, maar om een diepere kennis van de Here Jezus. Dat is de weg. Dat is de enige levende weg om Hem te leren kennen. En bedenk dat God het kennen van Hemzelf in Christus altijd verbonden houdt met praktische situaties. Dat snijdt aan twee kanten. Wij moeten in zo’n situatie zijn. Als we in Zijn hand zijn zal de Heilige Geest ons in situaties brengen die het nodig maken om Hem op een nieuwe wijze te leren kennen. Dat is de ene kant. De andere kant is dat als we in een zware en moeilijke situatie zijn, we juist dan in een positie zijn om te vragen om een openbaring van de Here.

T. Austin-Sparks wilde dat wat om niet werd ontvangen ook om niet wordt gegeven, zodat zijn boeken en artikelen geen copyrights kennen - toen noch nu. Het gebruik van deze artikelen slaat u dus vrij, maar als u iets van deze site doorgeeft aan anderen vragen we u wel dit net zo te doen, d.w.z. zonder aanpassingen, kosten of copyrights.