Austin-Sparks.net

Het Koninkrijk, de Kracht en de Heerlijkheid

door T. Austin-Sparks

Hoofdstuk 3 - Het Leven in de Geest

Lezen: Mat. 3:16; 4:3,8-10; 6:13; Rom. 8:14; Hand. 2:2-4,36

In het eerste schriftgedeelte zien we de link tussen de heilige Geest en het zoonschap. We zien daar de Geest neerdalen op de Here Jezus en een stem uit de hemel zegt: “Deze is mijn geliefde Zoon.” Die waarheid komt opnieuw naar voren in het gedeelte uit Romeinen 8: “Want allen die door de Geest Gods geleid worden zijn zonen Gods.” In het tweede schriftgedeelte, Mattheüs 4, wordt de Zoon, onder de heerschappij van de Geest, in de woestijn geleid. Het resultaat van deze leiding van de Geest was een machtige overwinning voor de rechten van God. “De Here, uw God, zult gij aanbidden en Hem alleen dienen. Toen liet de duivel Hem met rust.” Dat was de uitkomst van die strijd en het betekende de overwinning in de handen van de Zoon onder de heerschappij van de Geest.

Waar het ons nu om gaat en wat de Heer ons wil laten zien is wat een leven of een gemeente doet, die geleid en geregeerd wordt door de heilige Geest, doet en wat het betekent om persoonlijk of gezamenlijk geleid te worden door de heilige Geest. Met andere woorden: wat zijn de kenmerken van het zoonschap. Hier moeten we beginnen. Zoonschap blijkt uit het feit dat we geleid worden door de Geest. Hoe weten we dat we zonen zijn? Wat is het bewijs van zoonschap? Op welke wijze openbaart het zoonschap zich en hoe wordt het uitgewerkt? Het Woord van God zegt het heel helder en klaar: door de Geest geleid worden. Zo was het ook bij de Here Jezus. Het kenmerk van Zijn zoonschap was dat Hij geleid werd door de Geest. Bovendien zijn de woorden in Romeinen 8:14 heel duidelijk. Hoe belangrijk is het daarom dat we zowel de Geest hebben als door de Geest geleid worden. Dat is fundamenteel voor alles. Als we dit werkelijk verstaan, is het ongelofelijk waardevol. Ik wil het nog eens zeggen: de basis, het fundament van alles wat onze relatie met God en Gods voornemen betreft, is de aanwezigheid en de heerschappij van de heilige Geest. Die heerschappij betekent en gaat er uiteraard van uit dat de heilige Geest absoluut Heer is, omdat de heilige Geest alleen komt op basis van de dood, de begrafenis en de opstanding. Toen Jezus gedoopt werd en uit het water kwam, kwam de heilige Geest op Hem. De doop is, zoals we allen weten, een getuigenis van het feit dat elke heerschappij verbroken is, hetzij de heerschappij van satan, hetzij die van de wereld of die van het zelfleven. We zijn vrij. Onze opstanding, die uitgedrukt wordt door het opkomen uit het water van de doop, betekent dat we levend zijn, maar dan alleen levend voor God. Dit is de basis waarop de Geest als Heer binnenkomt. Zo wordt Hij de basis van alles in onze relatie met God en Gods voornemen. Wat we nu willen zien is wat dat eigenlijk betekent.

Geestelijke leiding

Hierbij doen zich heel veel vragen voor, vragen die men ons vaak stelt. Soms lijken het theoretische vragen, technische vragen over het christelijke leven. Nu kunnen we op zo’n vraag wel een zogenaamd technisch antwoord geven, een bijbeltekst of een bepaalde interpretatie. Maar ik betwijfel of zo’n antwoord wel echte hulp biedt. Ik denk dat er een antwoord is dat dieper gaat en veel meer bevredigt.

Ik wil hier een vraag beantwoorden die me onlangs gesteld is. Hopelijk kan het antwoord ook anderen helpen. De vraag ging over het verschil tussen ziel en geest en de plaats die de ziel gaat innemen in het leven hiernamaals. Heeft die nog een plaats of houdt de ziel op te bestaan? Zo’n vraag kun je beantwoorden met bijbelverzen, maar ik geloof niet dat dat de meeste hulp biedt, omdat het naar alle waarschijnlijkheid nog meer vragen oproept. Ik ga deze vraag daarom op een andere manier beantwoorden, omdat we, hoewel we nu niet spreken over het onderwerp ziel en geest, zoeken naar een principe van geestelijke leiding, de wet van het zoonschap.

Ik zou u willen vragen: Wat is uw ervaring als kind van God op dit punt van ziel en geest? Misschien zijn die woorden te technisch. Ik zal het wat eenvoudiger zeggen. Wat is uw ervaring met betrekking tot dat aspect van uw leven dat rechtstreeks contact heeft met de Heer (ik denk dat ieder kind van God in enige mate een bewust leven met de Here moet hebben) en die andere kant van uw leven, waarvan u weet dat u dat zelf bent, niet de Heer, uw natuurlijke leven. Aan de ene kant uw geestelijk leven en aan de andere kant uw natuurlijke leven. Wat gebeurt er als u zich als kind van God, al is het maar een paar stappen, begeeft op het terrein van uw natuurlijke leven? Dat kan u overkomen door een misstap, door ergens iets toe te geven – de apostel noemt dat “op een overtreding betrapt worden” – hoe dan ook, u valt op datzelfde moment terug in het natuurlijke leven. Of het natuurlijke leven steekt de kop op en krijgt tijdelijk zijn kans, brengt zichzelf naar voren en gaat overheersen. Wat voor uitwerking heeft dat op u? Als u een waar kind van God bent en werkelijk verlangt met de Heer te leven, dan heeft u een heel beroerde tijd. Het is niet alleen maar een kwestie van uw geweten. Ieder mens kan problemen krijgen met zijn geweten. U weet dat er andere factoren meespelen, dat u de Heer bedroefd hebt, dat er iets tussen u en de Heer kapot is. Dat is veel meer dan alleen je geweten. U hebt een beroerde tijd en daar reageert u op. U haast zich om weer aan de andere kant te komen. U probeert uw geestelijke grond zo gauw mogelijk weer terug te krijgen met spijt en berouw. Wat is er gebeurd? U bent uit dat leven van uw geest in zijn eenheid met God terechtgekomen in uw ziel. U hebt een les geleerd. U vraagt zich af: “Hoe kwam het dat ik hier uitgleed? Hoe kan ik dit verklaren? Ik zal me er voortaan biddend voor wachten. Ik weet nu wat dat betekent.” Dat wil niet zeggen dat je nooit meer op dezelfde wijze uitglijdt, maar als u doorgaat ontgroeit u dat punt geestelijk. Wat er eigenlijk plaats vindt is dat u in de geest de heerschappij over de ziel over¬neemt. Uw ziel wordt niet vernietigd, maar u brengt hem onder de heerschappij van de geest en zo wordt hij uw dienaar. Heel vaak is de oorzaak van het struikelen slechts de boze vorm van een noodzakelijke reactie. Neem boosheid bijvoorbeeld. U werd boos, maar u werd boos in uw natuur, in uw natuurlijke leven. Omdat er eigenbelang of een ander zelf-element in uw boosheid was, had u zo’n beroerde tijd. Boosheid op zich is niet iets verkeerds. God wordt genoemd: “een God, die te allen tijde toornt” (Ps. 7:12). “Geraakt gij in toorn, zondigt dan niet” (Ef. 4:26). Toorn is niet slecht. Daarom hoeft u uw ziel niet uit te schakelen zodat er geen toorn meer bestaat. Ik neem toorn als voorbeeld, maar u kunt elk punt nemen en ontdekken dat de ziel zelf niet wezenlijk slecht is. De slechtheid zit hem in het boze principe dat er vat op kreeg.

Wat moet u nu doen? In de geest gaat u het boze principe vernietigen en zo krijgt u heerschappij over uw ziel, zodat uw toorn u gaat dienen. De liefde heeft misschien persoonlijke elementen, maar u gaat de liefde niet vernietigen omdat u merkt dat de liefde u soms op het persoonlijke vlak laat struikelen en u op een dwaalspoor brengt. U gaat dat boze principe vernietigen door de kracht van de dood van Christus en brengt uw ziel onder de heerschappij van de geest. Dan hebt u lief door uw geest; u staat boven de liefde. Waar het mij om gaat is niet zozeer het verschil tussen ziel en geest, maar iets wat te maken heeft met de heilige Geest.

De heilige Geest als onderpand

De heilige Geest is een absolute noodzakelijkheid, maar let op hoe de Schrift het formuleert: “… verzegeld met de heilige Geest der belofte, die een onderpand is van onze erfenis” (Ef. 1:14). Wat betekent dat? Als de heilige Geest de energie is, de kracht waardoor we doen waar ik over gesproken heb, dan verwijst Hij ergens naar als onderpand van iets dat nog gaat komen. Waarnaar? Welnu, Hij verwijst naar een tijd dat u en ik in de geest onze zielen volkomen en volmaakt onder onze beheersing hebben. Niet vernietigd, maar volmaakt onder onze beheersing. Ik geloof niet dat wij in het opstandingsleven, in het leven hierna, slechts naakte geesten zijn. Wij zijn dan mensen met een ziel, maar zonder het boze principe. De ziel heeft het niet meer voor het zeggen. Door middel van de geest zullen we dan de heerschappij hebben over ziel en lichaam. Zo zullen we dan genieten van de volmaakte mens. De mens is niet iets tijdelijks. Hij is een idee van God dat eeuwig is.

U ziet nu het principe. Maar alle vragen zijn beantwoord als we zien waar het om gaat. De vraag, in het algemeen gesteld, is: wat doet de heilige Geest in ons? Hoe leidt Hij ons? Wat betekent het praktisch gesproken voor ons om dagelijks door de Geest geleid te worden? Dat is veel meer dan: “Heer, zal ik hierheen of daarheen gaan? Moet ik dit doen of dat?” Dat is slechts een klein onderdeel van het geleid worden door de Geest. De Geest woont in ons om ons te leiden in de praktische dingen van het leven ook zonder dat we Hem zulke vragen stellen. Hij toont ons de weg en zegt: “Nee, dàt is niet de weg, dít is de weg.” We weten dat, niet omdat Hij het ons aanwijst, maar door Zijn effectieve werking in ons. Onze reacties, als van ware kinderen Gods, zijn het werk van de Geest. Het innerlijk terugdeinzen van wat we tot onze schade aangeraakt hebben, is de energie van de Geest in ons, die ons leidt. Het is verschrikkelijk voor elk kind van God als hij zover komt dat hij gewoon kan toegeven, zonder die innerlijke reactie. De vijand zou graag willen dat wij, vanwege ons falen, zouden zeggen: “Het heeft geen zin, wij geven het op!” Als we ons op het natuurlijke vlak begeven en we voelen ons dan beroerd, dan is dat het heerlijke bewijs van zoonschap. Spreek niet lichtvaardig over uw falen, maar pas op dat de vijand het niet gebruikt om u met uzelf bezig te doen zijn en u somber te maken. Vergeet dan niet dat de Geest in u het levende besef creëert van wat niet en wat wel in overeenstemming is met Gods gedachten. Dat zijn zonen Gods, die op deze wijze door de Geest van God geleid worden.

Zo beantwoorden we al onze vragen, door te zien wat het betekent dat de heilige Geest in ons is. Wat wijst de heilige Geest aan? Wat wil de heilige Geest vandaag tot mijn geest zeggen? Dat is een onderpand ergens van. Als we dat volgen, gaat het groeien en zich ontwikkelen en brengt het me ergens heen. Als ik dat principe huldig, beantwoordt het al mijn vragen. Ben ik te moeilijk geweest in mijn formulering? Luister dan naar de Geest, kom onder de heerschappij van de Geest en als dan de heilige Geest u tegenhoudt, u aanspoort, in u werkt, u vreugde geeft in uw hart of juist het tegenovergestelde, wees dan opmerkzaam. De heilige Geest wil u ergens heen leiden. Hij heeft een doel voor ogen. Ik interpreteer alles in mijn leven door die aanraking van de Geest en dat beantwoordt al mijn vragen. Als de Geest vandaag mijn sterfelijk lichaam aanraakt met Zijn levende vinger en mij nieuwe kracht schenkt, trek ik daaruit niet meteen de conclusie dat ik onsterfelijk geworden ben wat mijn lichaam betreft. Maar ik kan wel zeggen: “Zo zal mijn opstandingslichaam zijn in volheid. Het is de vervulling van de aanraking die ik nu ervaren heb. Wat heerlijk om dat leven in je te bespeuren, maar de tijd komt dat dat leven volledig ontwikkeld is en er niets anders meer is dan goddelijk leven. Ik heb de Geest als onderpand.” De heilige Geest behandelt ons als zonen Gods en wijst erop hoe het zal zijn als het zoonschap geopenbaard wordt (de dag van het openbaar worden van de zonen Gods) en de schepping bevrijd wordt van de dienstbaarheid aan de vergankelijkheid.

Dat zijn allemaal details. Laten we nu terugkeren tot het fundament. Wat is dat? De heilige Geest is de basis van alles. We komen nergens zonder de heilige Geest. We zullen nooit iets weten zonder de heilige Geest, we zullen nooit iets bereiken in het voornemen van God zonder de heilige Geest. De heilige Geest moet een bewust leven zijn in ons, in toenemende mate, zoals bij een baby. De baby heeft in het begin heel weinig zelfbewust leven. De meeste dingen worden voor hem gedaan. Maar al gauw zijn daar de eerste tekenen van bewust leven. Ineens richt het kind zijn ogen ergens op, het ziet iets. Vanaf dat moment merkt het de dingen op. Het begrijpt ze niet, maar het is zich bewust van een voorwerp en kan er de ogen niet van afhouden. Na verloop van tijd zoekt hij het. Het zelfbewuste leven is begonnen en vanaf die tijd groeit dat. Zo is het ook in het geestelijk leven. In het begin wordt bijna alles van buitenaf voor ons gedaan, hoewel er een vaag besef is van een nieuw, zelfbewust geestelijk leven. Maar naarmate we groeien, moet de aanwezigheid van de Geest steeds bewuster de heerschappij hebben. Zij die door de Geest van God geleid worden, zijn zonen Gods. Dat is het fundament, het is het fundament van groei, van inzicht, van Gods voornemen, van alles wat met onze relatie met God te maken heeft.

Vergeef me dat ik zo lang stil sta bij elementaire dingen. Maar als we dit zien, is het de sleutel tot alles. We willen niet langer zo’n antwoord op onze vragen hebben dat ons verstand bevredigt, maar we willen een geestelijk antwoord. Dat antwoord vinden we in datgene waarmee de heilige Geest op dit moment in ons leven bezig is. Waar is Hij mee bezig en wat is daar het doel van? Als Hij iets verkeerds of twijfelachtigs bij ons aanwijst, welk doel heeft dat dan? Het doel is heiligheid, volmaakte heiligheid. Dat vraagt nogal wat tijd, want er zijn zoveel dingen in mijn leven die Hij moet aanpakken. Maar het einddoel, als dat bereikt wordt, is een heilig mens. Daarom is de Geest het fundament.

Aanpassingsvermogen

In dit verband willen we nog enkele dingen noemen. In de eerste plaats dit: een kenmerk van zoonschap of van een leven geleid door de Geest is aanpassingsvermogen. Dit houdt in dat niets af is. Als we onder de heerschappij van de heilige Geest staan, komen we nooit op het punt waar we niet verder hoeven te groeien of waar we niet nog meer licht kunnen ontvangen. Een leven geleid door de Geest kan nooit stagneren of gefixeerd raken. Zo’n leven is nooit af. Ik heb het nu niet over de grote, vaststaande geloofswaarheden, waar niets meer aan toegevoegd kan worden. Wat Christus voor ons gedaan heeft en wat Hij is staat vast voor altijd. Maar ik spreek nu over ons inzicht, onze kennis, onze groei, onze relatie ten aanzien van deze dingen en over onze positie. Hierbij moeten we altijd open staan voor meer licht en misschien wel voor drastische veranderingen. In het traditionele christendom hebben we min of meer een vastomlijnd geheel, afhankelijk van het kerkgenootschap. Je bent het daarmee eens en bent lid. Dat is je wereld, je grens. Misschien zijn we erin geboren, of er later in gekomen, maar die vastomlijnde positie is voor ons bepalend. Dat wil zeggen dat binnen die positie bepaalde dingen op een bepaalde wijze worden geïnterpreteerd en andere dingen worden altijd zus of zo gedaan. Men groeit daarin vast. Ik heb vaak deze reactie gehoord: “Ja, maar zo ben ik niet grootgebracht. In onze kerk zien wij en doen wij dat anders.” Dat is een vaste positie, in tegenspraak met de heilige Geest en met zoonschap. Het doet er niet toe welke positie het is, maar het zou kunnen zijn dat als u werkelijk onder de heerschappij van de heilige Geest komt, de Geest van het zoonschap, er heel wat veranderd moet worden in uw leven. Dat u niet langer dit of dat kunt zijn maar met God verder gaat. Aanpassingsvermogen is een kenmerk van het zoonschap. Aangezien de heilige Geest nog niemand van ons in een eindpositie gebracht heeft, is het nog nodig meer licht en inzicht te ontvangen. We kennen nog niet alle wegen van God.

We mogen niet uit het oog verliezen dat er een groot verschil is tussen Gods toelatende wil en de hele wil van God. Als we terugkijken op ons leven geloven we dat bepaalde stappen die we genomen hebben in Gods wil voor ons waren. Toch moeten we vaak later die positie waarin we toen kwamen afwijzen, volkomen veranderen en aanpassen. Maar dat betekent niet dat het niet Gods wil voor ons was dat we die stap genomen hebben. De Here kan ons op een bepaald moment in Zijn toelatende wil op bepaalde wijze leiden, omdat het de enige manier is waarop we bepaalde dingen kunnen leren. Maar dat betekent niet dat God wil dat we daar voor altijd blijven. Dat God ons op bepaalde wijze geleid heeft, betekent niet dat we nooit meer hoeven te veranderen. Als we niet durven veranderen is dat gebondenheid. Als zonen kunnen we vrij zijn van elke gebondenheid. Dat betekent dat we ons moeten kunnen aanpassen, vrij zijn om te veranderen, niet gebonden door enige gedachtengang die verhindert dat we veranderingen toepassen zoals we door de Geest geleid worden. Elk leven dat door de Geest geleid wordt, kent geweldige veranderingen. Wat nooit in onze gedachten op zou komen, is nu werkelijkheid geworden. De basis van het leven is de heilige Geest en de Geest die zoonschap in ons voortbrengt verlangt dat u en ik flexibel zijn. Als we dat niet zijn, komt er stilstand. We zijn gebonden, we worden beperkt. De Here Jezus was flexibel onder de leiding van de heilige Geest. Hij hield Zijn broers niet voor de gek toen ze Hem vroegen of Hij mee ging naar het feest en Hij zei: “Nee, gaan jullie maar, Ik ga niet.” Maar toen ze waren opgegaan, ging Jezus toch. Hield Hij ze voor de gek? Bedoelde Hij: “Wel, Ik ga liever alleen, Ik probeer jullie kwijt te raken”? Hij had op dat moment niet het getuigenis van de Geest dat Hij moest gaan en daarom weigerde Hij, met het risico dat ze Hem verkeerd begrepen. Maar toen zij waren opgegaan, kreeg Hij kennelijk het getuigenis van de Geest dat Hij ook op moest gaan. Hij zei toen niet: “Ik heb hen gezegd dat Ik niet zou gaan. Nu denken ze dat ik hen voor de gek gehouden heb, dat ik niet met hen mee wilde.” Nee, Hij liet zich leiden door de Geest en liet de gevolgen aan de Vader over. Hij werd niet belemmerd door overwegingen van wat de mensen zouden denken en zeggen. Hij hoefde alleen maar trouw te zijn aan de Heer. Je aanpassen, zelfs al is het binnen een uur, dat is leven in de Geest, dat is zoonschap.

Dit is de basis voor de overwinning over de duivel. We kunnen de satan niet anders verslaan dan op deze grond van een wandel in de Geest, van geleid worden door Hem. Moge de Here ons inzicht geven in deze elementaire dingen van ons leven met Hem.

T. Austin-Sparks wilde dat wat om niet werd ontvangen ook om niet wordt gegeven, zodat zijn boeken en artikelen geen copyrights kennen - toen noch nu. Het gebruik van deze artikelen slaat u dus vrij, maar als u iets van deze site doorgeeft aan anderen vragen we u wel dit net zo te doen, d.w.z. zonder aanpassingen, kosten of copyrights.