Austin-Sparks.net

Een Kandelaar van Louter Goud

door T. Austin-Sparks

Hoofdstuk 1 - Zijn Functie

Schriftgedeelten: Exodus 25:31-40; 37:17. Zacharia 4:1-7.

“Gij zult een kandelaar van louter goud maken” (Ex. 25:31). Het gaat ons om de kandelaar van louter goud, maar ook om de woorden: “Gij zult maken …” Wat God wil zien is een kandelaar van louter goud, maar er ligt een uitdaging voor ons om die te maken, hem voort te brengen, zodat hij werkelijk te zien is. We willen nu drie aspecten van die kandelaar nader gaan bezien: de functie, het wezen en de vorm.

De functie

De functie van een kandelaar is dat hij licht geeft. Het is geen ornament, geen mooi voorwerp om naar te kijken, geen mystiek symbool, fascinerend en intrigerend. Nee, hij moet licht geven! Daarvoor dient hij. Naar Gods gedachte en bedoeling begint en eindigt de functie daarmee. In het begin van het boek Openbaring, als de apostel het gezicht wil opschrijven, zegt hij: “En ik keerde mij om, ten einde de stem te zien die met mij sprak. En toen ik mij omkeerde, zag ik zeven gouden kandelaren, en te midden van de kandelaren iemand als eens mensen zoon” (Op. 1:12-13). En naarmate de Heer verder sprak tot en door Zijn dienstknecht, bleek het dat voor iedere gemeente alles draaide om dit ene punt: de functie van de kandelaar. Er worden vele dingen gezegd, maar het meest wezenlijke daarvan was wat Hij zei over het licht. De Heer sprak heel duidelijk dat het voortbestaan van de gemeenten alleen gerechtvaardigd was op grond van de functie van de kandelaar. “Ik zal uw kandelaar van zijn plaats wegnemen.” Wanneer? Zodra het slechts een kandelaar wordt, en geen lichtdrager; als het slechts een ding zonder betekenis is geworden; als het instrument bestaat zonder zijn functie. Als de situatie zó wordt, is het beter de kandelaar weg te nemen. De Heer zei dat Hij dat zou doen. De functie van de kandelaar – en de gemeente is geroepen een kandelaar te zijn – is dat hij licht geeft; dat is alles.

Waarachtig licht is een krachtige invloed

We willen nog enkele dingen over dit licht zeggen. In de eerste plaats oefent dit licht, waartoe Gods volk geschapen en geformeerd is, een krachtige invloed uit. Waarachtig licht heeft een uitwerking. Alles wat in strijd is met dat licht kan niet blijven bestaan, maar moet wijken. Dat is het bewijs dat het goddelijk licht is. We kennen allemaal iets van die invloed van licht. Wanneer we plotseling uit het duister in de volle zon komen, kunnen we het licht niet verdragen; we doen de handen voor de ogen, want het licht is te fel. Wanneer we licht laten schijnen op een donkere plaats, waar insecten of andere dieren zijn die tot de duisternis behoren en niet tot het licht, gaan ze er snel vandoor. Het licht heeft een uitwerking.

Ik bedoel dat het getuigenis van deze kandelaar niet bestaat uit het geven van allerlei informatie. Het is niet alleen maar een weergave van droge feiten. Het is niet alleen maar een zaak van leerstellingen en waarheden. O, hoe gemakkelijk ontaardt datgene wat begon als een krachtig licht, na verloop van tijd in woorden, stromen woorden, en opvattingen – schriftuurlijk, geestelijk, in zekere zin goddelijke opvattingen – maar toch slechts opvattingen. We zakken zo gemakkelijk af tot dat niveau. Dan is de krachtige invloed verdwenen en wordt niet meer ervaren. Dit is een van de uitdagingen aan de zeven gemeenten in Openbaring. Ze hadden hun orthodoxe leer en geloof; ze waren bereid hun leven te geven voor de waarheid; ze haatten bepaalde dingen die niet goed waren; maar de uitwerking, de invloed van het licht was verdwenen. In zekere zin was het wel goed, maar er was geen krachtige werking van het licht meer. De omringende duisternis werd niet geprikkeld en uitgedaagd door het licht. Het koninkrijk van de boze machten werd zich niet bewust dat hier iets was waar het rekening mee moest houden. We weten het allemaal zo goed. Ja, maar dat is niet genoeg. Dat kan ons juist veroordelen.

Dit is niet bedoeld als een woord van veroordeling of kritiek, maar verklaart dit niet veel van Gods handelwijze met ons? Misschien hebben we onszelf wel eens beoordeeld vanuit het standpunt van onze leerstellingen en geloofswaarheden, en dan gezegd: “Ja, onze positie is zo precies naar Gods woord, het is zo schriftuurlijk.” Maar zijn we wel eens nagegaan wat de uitwerking van ons geloof is? Welke uitwerking heeft het? Licht, vanuit God bekeken, is niet zo maar kil licht, het heeft een krachtige uitwerking. Deze gemeenten in Klein-Azië werden niet onderzocht op wat ze geloofden of leerden, maar op de uitwerking van hun positie op het rijk der duisternis.

Het licht van Gods heiligheid

We willen nu een ogenblik stilstaan bij de vraag wat de kandelaar belicht. Wat is het dat in het licht gesteld moet worden? Hij laat niet alleen bepaalde dingen zien, maar hij toont ze zo, dat het een krachtige uitwerking heeft. Een van de dingen die de gouden kandelaar belicht is de eeuwige heiligheid van God, en wel zoals deze wordt geopenbaard in het midden der gemeente, in de persoon van de Zoon des mensen. We lezen in de beschrijving van de Zoon des mensen temidden van de kandelaren: “En zijn hoofd en zijn haren waren wit als witte wol, als sneeuw.” Als u het boek Daniël opslaat, vindt u dat deze beschrijving gegeven wordt van Degene die “De Oude van dagen” genoemd wordt: “… en zijn hoofdhaar blank als wol” (Dan. 7:9). Voor zover ik dit versta, symboliseren het hoofd en de haren als witte wol tijdloosheid, alle tijd samengevat, en volkomen heiligheid, volkomen reinheid. Als je beseft dat in het oordeel alles voor deze “Mensenzoon”, deze “Oude van dagen”, deze “Vader der eeuwigheid” gebracht wordt, begrijp je dat dit betekent dat alle dingen in de eerste plaats beoordeeld worden op grond van Zijn eeuwige heiligheid. De kandelaar brengt dit getuigenis aan het licht, met een geweldige uitwerking.

“Gij zult een kandelaar van louter goud maken.” Wat betekent dat? Het betekent dat daar waar God krijgt wat Hij begeert, heiligheid een krachtige invloed, een uitwerking heeft op onheiligheid. Het is onmogelijk dat daar nog iets onheiligs overblijft. Heiligheid is geen woord dat erg geliefd is; men is er bang voor. We kunnen hier nu niet op ingaan. Maar u kunt er zeker van zijn dat in zoverre die ogen als een vuurvlam iets zien wat niet in overeenstemming is met dat hoofd en haar, wit als witte wol, de kracht van dat getuigenis verzwakt wordt, verloren gaat, zodat er geen bestaansrecht voor die kandelaar meer overblijft.

Het is een ernstig woord, maar is het niet maar al te waar, dat het mogelijk is heel veel uitmuntende leerstellingen te hebben, waarheid, goddelijke ideeën, bijbelonderricht op een hoog peil, en dat er toch, tegelijkertijd, veel in het persoonlijke leven is dat niet heilig is, niet rein, dat het licht van Gods tegenwoordigheid niet kan verdragen.

Hier komt ónze verantwoordelijkheid naar voren. “Gij zult een kandelaar maken.” Er zijn dingen waarmee voor het aangezicht des Heren afgerekend moet worden, omdat ze niet heilig zijn. We hebben het nu over de uitwerking van ons getuigenis op de machten der duisternis, op de duisternis die ons omringt. Niet door ons onderricht, niet door onze waarheid, niet door onze ideeën, maar door de aanwezigheid van iets dat meer is dan woorden, zelfs veel meer dan bijbelse taal, namelijk een daadwerkelijke kracht. Dit is wat op ons hart ligt, dat de krachten der duisternis op ieder vlak iets van onze aanwezigheid zullen merken. Dat is onmogelijk wanneer die machten der duisternis nog iets van duisternis in ons aantreffen, iets van hun eigen terrein. Hun kracht ligt in onheiligheid. Hun kracht is niet ambtelijk, maar ligt in hun natuur. Als ze iets van onheiligheid kunnen doen binnensluipen, hebben ze ons uitgeschakeld. Ze lachen om ons onderricht, ze bespotten dat wat wij ons getuigenis noemen. Het interesseert hen niets hoeveel diepere waarheid wij bezitten. Ze bevinden zich in een machtspositie vanwege de onheiligheid, en we leren uit de Schriften dat de onheiligheid van één leven in een gezamenlijk, corporatief getuigenis, voldoende is om de ontwikkeling van het geheel tegen te houden; één Achan kan heel Israël tot stilstand brengen en tot nederlaag. “Maak een kandelaar.” Ga ermee aan de gang! Dit is uw zaak en mijn zaak. Het licht van de eeuwige heiligheid van God is een geweldige kracht. O, dat het kwade dat binnenkomt weerstaan mag worden, dat men het niet zal tolereren! O, dat de mensen die verkeerd zijn toch mogen beseffen dat ze, willen ze hier blijven, bepaalde dingen in orde moeten maken, dingen die in het licht gekomen zijn, die we niet meer mogen tolereren, niet omdat iemand er iets van gezegd heeft, maar vanwege de aanwezigheid des Heren in heiligheid. Heiligheid is een geweldige kracht. Het licht van deze heiligheid moet schijnen, moet ervaren worden.

Het licht van de sterke liefde Gods

Vervolgens is het licht van de kandelaar het licht van de sterke liefde van God. Er staat ook geschreven van deze Mensenzoon, dat Hij aan de borsten omgord is met een gouden gordel. Opnieuw symboliek: een gordel spreekt van kracht, kracht tot handelen; de borsten van genegenheid, de zetel der liefde. Hij was aangegord met een machtige kracht van goddelijke liefde, temidden der kandelaren. Zo moet ook de kandelaar, het getuigenis, een uitwerking van dat licht zijn, van de sterkte van goddelijke liefde. Op dit punt moeten wij allen ons falen belijden en neervallen voor de Here. We hebben zoveel waarheid, zoveel onderricht, zoveel kennis, zoveel geestelijke informatie, maar wat zien de mensen in ons van de uitwerking van die liefde? Deze sterke liefde van God is een van die dingen die satan niet kan vatten. Hebt u misschien een verlangen naar vernieuwing op dit punt? Wat voor zin heeft het om door te gaan, wat voor zin heeft het een kandelaar te hebben? Er is geen plaats voor sierkandelaren. De functie rechtvaardigt de kandelaar, en dit is zijn rechtvaardiging: het licht van de kennis der heerlijkheid Gods in het aangezicht van Jezus Christus, uitgedrukt in de sterke liefde van God, de aangording met goddelijke liefde.

Luister! “Maak een kandelaar.” Er is iets dat wij moeten doen. We hebben gewacht op een stroom van liefde, op iets dat over ons zou komen. We hebben de Heer gevraagd ons te vullen met liefde. Dat is goed, maar er is ook een andere kant. Maak het! Doe er iets aan! Wij hebben ons aandeel in deze zaak van de sterke liefde Gods. Het zal een geweldige strijd worden – God alleen weet wat voor een strijd! – vanwege het belang en de waarde van zo’n getuigenis, vanwege de enorme uitwerking die dat zal hebben in het rijk der duisternis, het koninkrijk van de haat. Al die achterdocht en kritiek en twijfel, heel dat veelzijdige werk van de haat van satan, van de simpelste vormen (als je dat kunt zeggen) onder christenen, tot aan dat afschuwelijke toe dat we vandaag in de wereld vinden, satans werk van universele en afschuwelijke haat heeft als enig tegenwicht de sterke liefde Gods. Denk hier eens over na. We moeten hier iets aan doen, wij moeten de kandelaar maken. We kunnen die slechts maken door goddelijke genade, maar we zullen hem maken als we over deze dingen nadenken; we zullen hem maken als we deze dingen onder ogen zien en ons eigen hart onderzoeken voor de Here.

Het licht van de kracht van goddelijke gerechtigheid

Tenslotte is de kandelaar het licht van de kracht van goddelijke gerechtigheid. Er staat geschreven van de Mensenzoon temidden van de kandelaren, dat “zijn voeten waren gelijk koperbrons, als in een oven gloeiend gemaakt.” Koper is altijd een symbool van kracht, maar het is ook het symbool van gerechtigheid. En aangezien het Zijn voeten zijn die gelijk koperbrons zijn, spreekt dit van Zijn wandel, Zijn wegen, Zijn voetstappen in gerechtigheid, absolute gerechtigheid. Het spreekt van onze activiteiten, de rechtvaardige daden der heiligen, van onze wegen. Voor zover ik het kan zien in de Schriften staat gerechtigheid in de bijbel altijd tegenover de duistere werken van satan. Ongerechtigheid gaat in het Woord van God te allen tijde op de een of andere wijze samen met satan. Het allesomvattende doel van satan is God te beroven van Zijn rechten; en dat is ongerechtigheid in zijn wortel en aard: de rechten van iemand anders wegnemen. En hoewel dit wegnemen van rechten gebeurt tussen mensen onderling, gaat het in wezen om Gods rechten. Als u uw broeder van zijn rechten berooft, berooft u God. Gerechtigheid is dus het tegenovergestelde van ieder werk van satan waarin hij God berooft van wat Hem toekomt. Heel vaak moeten we dat wat wij onze rechten noemen opofferen, zodat de Heer de eer ontvangt. Maar al te vaak wanneer wij op onze rechten staan, gaat het om onze eer en onze rechtvaardiging, niet om die van de Heer. Soms moeten we datgene opgeven waarvan wij denken dat het onze rechten zijn, om de Heer de gelegenheid te geven zich te verheerlijken.

Als we deze zaak van ongerechtigheid tot de bodem toe uitspitten, komen we tot de conclusie dat het het zelfleven is in de plaats van de Heer. Denk daar eens over na. Neem een willekeurige daad van ongerechtigheid, spoor de bron op en u zult bemerken dat het elke keer het zelfleven is. En hier is deze Mensenzoon, die teruggekomen is van het kruis. Hij die dood geweest is en die leeft; Hij is temidden van de kandelaren. Hij is de belichaming van die volkomen “zelfloosheid”, die overeenkomt met volkomen gerechtigheid. Dat betekent dat God alles heeft, al Zijn rechten. Wat het ook kost, de Heer moet alles hebben. Het kostte de Zoon des mensen alles, opdat God Zijn rechten zou hebben. Hij zegt feitelijk tegen deze gemeenten: Zie naar mijn voeten! Daar zien we de uitwerking van een volkomen onzelfzuchtigheid, van volkomen voor God zijn, en dat is volkomen van God. “Maak een kandelaar van zuiver goud.”

Is dit een harde rede? Maar wat heeft het voor zin om onze samenkomsten te hebben, onze conferenties, onze bijbelstudies, onze literatuuruitgaven, als er geen licht is, licht dat iets uitwerkt? Er moet iets te zien zijn. “Ik keerde mij om teneinde de stem te zien.” De mensen horen dingen en draaien zich om om te zien. Wat zien ze? Een licht, en niet slechts onderricht? Een licht met een krachtige uitwerking? Moge de Here dat waar maken.

T. Austin-Sparks wilde dat wat om niet werd ontvangen ook om niet wordt gegeven, zodat zijn boeken en artikelen geen copyrights kennen - toen noch nu. Het gebruik van deze artikelen slaat u dus vrij, maar als u iets van deze site doorgeeft aan anderen vragen we u wel dit net zo te doen, d.w.z. zonder aanpassingen, kosten of copyrights.