Austin-Sparks.net

Wat is de Mens?

door T. Austin-Sparks

Hoofdstuk 8 - Het Kruis en de Nieuwe Mens

De geschiedenis van de mens, zoals God die ziet en zoals hij die zelf ziet.

Door de eenvoudige schets die wij achterin dit boek hebben opgenomen, hebben wij geprobeerd de GESCHIEDENIS van de mens weer te geven zowel van het standpunt van God uit gezien, als van ‘s mensen eigen standpunt.

Ten eerste zien wij de mens ‘ten dage dat God hem schiep’ (Gen. 5:1). Zijn drievoudige natuur wordt omschreven:

I. De geest. Deze heeft drie verschillende vermogens: het geweten, de gemeenschap en de intuïtie. Zijn grootste waarde: geestelijk waarnemingsvermogen.

II. De ziel: verstand, gevoel, wil. Functie: vertolking geestelijke dingen.

III. Het lichaam: vlees, bloed, beenderen. Functie: uitvoeren opdrachten van geest en ziel.

Dan zien wij de verhouding tot God in de geest. Die is vijfvoudig:

1. Gelijkenis (in wezen: geestelijk; Joh. 3:6 en 6:63)

2. Gemeenschap (1 Kor. 6:17)

3. Kennis (openbaring aan de geest door intuïtie; 1 Kor. 2:14)

4. Samenwerking (1 Kor. 3:9)

5. Heerschappij (Hebr. 2:6)

Ten tweede zien wij de zondeval. De gevolgen daarvan waren en zijn:

1. De menselijke geest werd onderworpen aan de ziel.

2. De ziel is de plaats waar satan aangevallen en overwonnen heeft en is nu aan boze machten onderworpen.

3. Het lichaam, het werktuig van de ziel, onder beïnvloeding van satan, die voortplanting op het oog had ‘naar de gelijkenis en als het beeld’ van de mens zelf (Gen. 5:3).

Omdat toen de geest van God gescheiden was - want dat wordt bedoeld met geestelijke dood - was die verhouding tot God verbroken - de gelijkenis geschonden, de gemeenschap vernietigd, de kennis verduisterd, de samenwerking onmogelijk geworden, de heerschappij verspeeld. Zo is de mens van God gescheiden, vervreemd, zijn geest is verduisterd, hij is geestelijk verlamd en aan de ‘vruchteloosheid onderworpen’ (Rom. 8:20). Vanaf dit punt wordt hij ‘vlees’ genoemd: ‘Mijn Geest zal niet altoos in de mens blijven, nu zij zich misgaan hebben; hij is vlees’ (Gen. 6:3). Wij weten uit het Nieuwe Testament dat dit niet alleen op de sterfelijkheid duidt, maar op de aanwezigheid van een actief element dat vijandig staat tegenover alles wat van de geest is en tegenover God. Bovendien wordt hij voortaan de ‘natuurlijke mens’ genoemd, de mens van de ziel. En tenslotte: hij wordt nu gedreven door ‘de god van deze wereld’. Hij heeft immers uit vrije wil gekozen satan te geloven in plaats van God.

Vanaf dit punt wordt de geschiedenis in tweeën gesplitst. Dit wordt in onze schets aangegeven door een dubbel stel streepjes-lijnen, lijnen die toelopen en lijnen die uiteenlopen. De toelopende lijnen laten ons de menselijke geschiedenis vanaf dat tijdstip zien, zoals God er over denkt. Hoewel de mens de kroon van Gods schepping was, heeft God hem om zijn ongeloof onder de zonde ‘besloten’ (Rom. 11:32). Daarom brengt God dan in type en symbool de principes van het kruis van Christus naar voren. Langs deze lijn aanvaardt God nooit iets van de mens zelf. Bepaalde dingen - en wel hoofdzakelijk drie dingen - worden altijd duidelijk in het oog gehouden:

1. Het feit dat de mens zondig is - hij ligt onder het oordeel.

2. De dood, het einde van de natuurlijke mens, treft allen en moet worden aanvaard.

3. De volmaaktheid van Christus is de enige grond waarop verdere gemeenschap met God mogelijk is.

Dit is de diepe inhoud van de geschiedenis van Kaïn en Abel. Daarom neemt de dood zo’n grote plaats in in het goddelijk bestel. En - o, de wijsheid, de kracht en het wonder van God! - hierin grijpt Hij de slang bij de staart, Hij neemt juist de prikkel van de dood, de werken van de duivel op en maakt van de dood de weg naar een nieuw leven, de doorgang naar zijn voornemen in de opstanding van Christus en de geestelijke opstanding van de gelovigen in Hem.

Daarom moet dan ook elk offer, wil het aanvaardbaar zijn voor God om de mens tot Hem te doen naderen, onberispelijk en vlekkeloos zijn. De priester met zijn geoefend oog moet na een zeer nauwkeurig onderzoek kunnen zeggen: ‘Het is volkomen’. (Dit is het wat Christus werkelijk uitriep aan het kruis. Hij sprak van de voltooiing van alle beproevingen, van de vuurproef, die Hij had doorstaan - ‘Het is volkomen’, niet alleen maar volbracht).

Uit kracht van een onveranderlijk besluit leiden Gods gedachten altijd weer naar het kruis van Christus, zonder daar ooit van af te wijken. Steeds wanneer een mens of een groep mensen onder de directe heerschappij van God komt, in verband met zijn eeuwig voornemen, dan zullen zij één ding moeten leren, namelijk: dat in henzelf ‘geen goed woont’ (Rom. 7:18). Zij zullen moeten leren dat God hen alleen heeft aangenomen op grond van de gerechtigheid van een Ander, niet op grond van hun eigen gerechtigheid, niet uit werken, maar door het geloof. Deze wetenschap slaat de natuurlijke mens op het heupgewricht, zodat het ontwricht wordt. Dan komt er uit deze ontmoeting met God een mens voort op wie God acht kan slaan, ‘een ellendige, een verslagene van geest’ (of ‘hart’).

Het kruis van Christus laat ons zien wat God denkt van de natuurlijke mens.

Aan het kruis heeft de Zoon des mensen niet alleen onze zonden op Zich genomen, maar ook wijzelf waren daarbij inbegrepen. Daar is Hij gestorven onder Gods oordeel in onze plaats, als onze Plaatsvervanger (Rom. 6:2-10; Kol. 2:12; 2 Kor. 5:14,15, enz.). Dit kruis werpt zijn licht terug tot op het uur van Adams zonde. Zoveel christenen zijn vleselijk, ze proberen zèlf voor God te leven, omdat ze niet echt weten wat het kruis betekent. Dit raakt ten diepste de oorzaak van het altijd aanwezige verschijnsel van een zwak en armoedig geestelijk leven. Er wordt veel om een opwekking gebeden en er wordt veel gedaan voor de verdieping van het geestelijk leven. Het enige antwoord hierop is een nieuwe ontdekking van de betekenis van het kruis, niet alleen wat de ZONDEN betreft en de overwinning DAAROVER, maar wat Christus betreft, die daar, aan het kruis, de plaats ingenomen heeft van de natuurlijke mens.

De toestand in Korinthe, waardoor Paulus genoodzaakt was te schrijven: ‘Ik kon niet tot u spreken als tot geestelijke mensen, maar slechts als tot vleselijke, nog onmondigen’ (en dat onnodig!), was volgens de eerste hoofdstukken van zijn eerste brief het gevolg van hun leven uit de ziel, uit de natuurlijke mens. Het enige geneesmiddel dat Paulus kende was: ‘Jezus Christus, en die gekruisigd’ (1 Kor. 2:2). Ja, gelovigen, ‘geroepen heiligen’ (1 Kor. 1:2) kunnen leven uit de ziel en kunnen zelfs geestelijke gaven overbrengen naar een terrein waar ze dienen tot bevrediging van de ziel, waar de ziel ze gebruikt voor zichzelf. Het moet ons tot nuchtere bezinning brengen, als wij ontdekken dat wat de ‘doop’ met de Heilige Geest genoemd wordt, waar ‘tongen’ en andere ‘gaven’ op volgen, niet noodzakelijk de kennis van de HOOGSTE dingen van het geestelijk leven met zich meebrengt. Daarom moest Paulus mensen die deze ervaringen hadden de werkelijke betekenis nog leren van de doop, het kruis, de tafel des Heren, het lichaam van Christus en van het zoonschap.

Openbaring is meer dan gaven en ervaringen. De uiterlijke gaven zijn geen kenmerk van geestelijke rijpheid; dikwijls het tegengestelde. Dit is de listigste valstrik van satan. Oprechte kinderen van God die zulke ervaringen aanzien voor kenmerken van een diep en echt geestelijk leven, bieden hem de zozeer begeerde gelegenheid hen een valse ervaring te doen beleven. Wanneer het kruis diep in kan snijden in ons zieleleven, dan is dat de enige beveiliging tegen een prachtig nagebootste, zogenaamd geestelijke ervaring, die in werkelijkheid op het psychische vlak ligt, in de ziel dus.

Nu nemen wij onze schets weer op en bekijken de andere (rechter) kant. De mens heeft altijd geweigerd het oordeel dat God over hem uitspreekt te erkennen en te aanvaarden. Vandaar dat hij een weg gaat van zelfexpressie en zelfverwerkelijking. Vanaf het begin, zelfs toen de weg van God in het offer van Abel zo duidelijk werd bekend gemaakt, volgde hij zijn eigen weg. Hij bouwde een wereld, riep een beschaving tot aanzijn en vestigde een rijk, waarvan de naam Babel of Babylon is. Het is de uitdrukking, het monument van menselijke macht, menselijk kunnen en menselijke heerlijkheid. ‘Laten wij ONS EEN NAAM MAKEN’ (Gen. 11:4). ‘Is dit niet het GROTE Babylon dat IK gebouwd heb?’ (Dan. 4:30). Zo opgeblazen is hij, zo breidt hij zijn gebied uit en laat hij zich gelden. Ja, het IS een geweldige wereld die de mens heeft voortgebracht en nu kan hij die wereld niet meer aan. Hij kan haar niet meer hanteren. Vol geweldige dingen, ja - maar ook vol tragiek! Deze wereld zal eerdaags de ondergang van de mens met zich meebrengen, zijn eigen voortbrengselen zullen zijn beschaving vernietigen. De mens heeft iets op gang gebracht wat zo’n vaart heeft, dat het hem uit de hand gelopen is. God zal tussenbeide moeten komen en deze gang naar de vernietiging een halt toeroepen door ‘die dagen in te korten, anders zal geen vlees behouden worden’ (Matt. 24:22). Dat staat onmiddellijk voor de deur. Wat zouden wij hier veel over kunnen schrijven! - maar dat doen wij niet. Alleen dwazen, blinde dwazen, die door de satan bedrogen zijn, zien Utopia als de natuurlijke uitkomst van de weg die deze wereld gaat. De beschaving heeft alleen het bewustzijn van de ziel, de gevoeligheid van de ziel versterkt en wij weten er al iets van wat het betekent ‘dat mensen bezwijmen van vrees en angst’ (Luk. 21:26).

Toch blijft Gods standpunt ongewijzigd. De mens mag dan zijn koninkrijk bouwen en hij mag het bouwen tot aan de wolken, maar de hemel is voor hem gesloten. Het kruis van Christus zegt dat God aan dat alles reeds lang een eind heeft gemaakt. Daarom is het kruis HET nulpunt! Wanneer het gaat om het eeuwige voornemen van God, dan is er geen weg om het kruis heen. Gods weg gaat door de dood, waarin wij door het geloof één worden met Christus. Wanneer wij die plaats ingenomen hebben en alle gevolgen daarvan hebben aanvaard, dan wordt daar een nieuwe mens naar voren gebracht die één is met Christus in zijn opstanding. ‘Zo is dan wie in Christus is een nieuwe schepping’ (2 Kor. 5:17). Vanaf dat punt begint er weer een tweeledig proces. Er moet een definitieve crisis zijn, waarin wij Gods bedoeling volkomen aanvaarden, of wij die HELEMAAL BEGRIJPEN OF NIET. Die crisis houdt alles in wat daarna volgen zal.

Dat tweeledige proces is - aan de ene kant - het overwicht van de nieuwe, de geestelijke mens en - aan de andere kant - de onderwerping van de natuurlijke, de oude mens. Dit is een proces dat een leven lang duurt. Het is nodig om dat te begrijpen. Als God WERKELIJK de oude mens zou uitroeien, hem zou vernietigen, dan zou de hele grondslag van geestelijke opvoeding daarmee wegvallen. Wij hebben al aangetoond wat ‘nieuwheid des levens’ zeggen wil: alles opnieuw te leren in een andere wereld, met nieuwe geestelijke vermogens. Deze nieuwe mens is wat Petrus noemt: ‘de verborgen mens uws harten’ (1 Petr. 3:4).

Zijn opvoeding door ‘de Vader der geesten’ (Hebr. 12:9) zal geheel in overeenstemming zijn met wat er eerder in deze zelfde brief gezegd wordt: het ‘vaneenscheiden van ziel en geest’ (Hebr. 4:12). Als u de schets verder bestudeert, zal de betekenis daarvan duidelijk worden; want hier is een nieuwe, geheel andere wet - ‘de wet van de Geest des levens’ (Rom. 8:2). Dit leven heeft zijn eigen wet of wetten, die wij moeten leren kennen. Het is een leven uit geloof. ‘En voor zover ik NU nog leef, leef ik door het geloof ...’ (Gal. 2:20). Dus kennis is de vrucht van geloof. Het is niet nodig dat wij hier nu verder op ingaan, maar wij moeten terug om voor het laatst te wijzen op de crisis van het kruis. God heeft nergens anders iets tot de mens te zeggen dan daar. Elke nieuwe ontwikkeling in het leven van een kind van God zal voortkomen uit een nieuwe ontdekking van de betekenis van het kruis. Een diepere dood leidt tot een vollere mate van leven. God houdt de weegschaal krachtig in de hand en tenslotte zal de laatste fase van onze zelf-ontlediging hier beneden uitlopen op onze troonsbestijging met Christus daarboven.

T. Austin-Sparks wilde dat wat om niet werd ontvangen ook om niet wordt gegeven, zodat zijn boeken en artikelen geen copyrights kennen - toen noch nu. Het gebruik van deze artikelen slaat u dus vrij, maar als u iets van deze site doorgeeft aan anderen vragen we u wel dit net zo te doen, d.w.z. zonder aanpassingen, kosten of copyrights.