door T. Austin-Sparks
Hoofdstuk 7 - Leren Onder de Zalving
“Neemt mijn juk op u en leert van Mij, want Ik ben zachtmoedig en nederig van hart, en gij zult rust vinden voor uw zielen” (Mat. 11:29).
“Jezus antwoordde en zeide tot hem: Omdat Ik tot u gezegd heb: Ik zag u onder de vijgeboom, gelooft gij? Gij zult grotere dingen zien dan deze” (Joh. 1:51).
“Terstond nadat Jezus gedoopt was, steeg Hij op uit het water. En zie, de hemelen openden zich, en hij zag de Geest Gods nederdalen als een duif en op Hem komen” (Mat. 3:16).
“In het Woord was leven en het leven was het licht der mensen” (Joh. 1:4).
“Want de wet van de Geest des levens heeft u in Christus Jezus vrijgemaakt van de wet der zonde en des doods” (Rom. 8:2).
“Maar telkens wanneer iemand zich tot de Here bekeerd heeft, wordt de bedekking weggenomen. De Here nu is de Geest; en waar de Geest des Heren is, is vrijheid. En wij allen, die met een aangezicht, waarop geen bedekking meer is, de heerlijkheid des Heren weerspiegelen, veranderen naar hetzelfde beeld van heerlijkheid tot heerlijkheid, immers door de Here, die Geest is” (2 Kor. 3:16-18).
De leerschool van Christus, dat is de school waar Christus de grote Les is en de Geest de grote Leraar. Het is de school waar het onderwijs niet objectief is, maar subjectief. Waar niet allerlei dingen worden onderwezen, maar waar Christus innerlijk een deel van ons gemaakt wordt door ervaring. Dat is de aard van deze school.
De Betekenis van de Zalving
“Gij zult de hemel open zien.” “En zie, de hemelen openden zich, en hij zag de Geest Gods nederdalen en op Hem komen.” Wat is de betekenis van de zalving met de Heilige Geest? Niets meer en niets minder dan dat de Heilige Geest Zijn plaats van absoluut Heerser inneemt. De zalving brengt met zich mee dat de Heilige Geest de volledige heerschappij heeft – de Geest als Heer. Dat betekent dat al het andere dat ons beheerst heeft, van de troon gestoten en aan de kant gezet is – ons eigen leven, onze eigen gedachten, onze eigen wil, onze eigen verlangens, of ook andere mensen door wie we ons lieten overheersen. Elk belang en elke invloed waardoor ons leven bepaald werd heeft plaats moeten maken voor de ongedeelde en onvoorwaardelijke heerschappij van de Heilige Geest. We kunnen de zalving nooit leren kennen en genieten als dat niet heeft plaatsgevonden. Om die reden is de Here Jezus het water van de Jordaan ingegaan, wat een type was van de dood en het graf. Daarin vertegenwoordigde Hij de mens, om zich vanaf dat moment in geen enkel opzicht door Zijn eigen leven te laten beheersen bij het uitvoeren van Gods wil, maar geheel en al onderworpen te zijn aan de Geest van God, tot in de kleinste dingen. Het graf van de Jordaan beduidde dat elk onafhankelijk optreden, elke andere heerschappij en elke andere invloed afgewezen was.
Als je in de Evangeliën over het geestelijk leven van Christus leest, zul je zien dat Hij elk moment aan deze houding vasthield. Herhaaldelijk werd er druk op Hem uitgeoefend om Hem te beïnvloeden en Zijn doen en laten te bepalen. Soms was het een openlijke aanval van de satan, die Hem uit alle macht wilde overtuigen van de noodzaak voor Zijn eigen zaak op te komen of Zijn leven te beschermen. Soms verschool Satan zich in de argumenten en overredingen van geliefde vrienden in hun pogingen Hem af te houden van een bepaalde weg, of Hem over te halen zich te sparen door het lijden te ontlopen. Op allerlei manieren en van alle kanten werd er invloed op Hem uitgeoefend. En veel van de raadgevingen leken zo wijs en goed. Toen Hij bijvoorbeeld op zou gaan naar het feest, drongen ze daar bij Hem op aan en zeiden in feite: “Iedereen gaat. Als U niet gaat doet dat afbreuk aan Uw zaak. Als U Uw zaak echt wilt bevorderen, moet U meegaan met de algemeen geldende godsdienstige praktijken. Als U dat niet doet lijdt U alleen maar verlies. U zult aan invloed inboeten en lang niet zoveel bereiken!” Wat een aantrekkingskracht heeft dat als je iets heel erg op je hart hebt, een zaak voor God, waarvan het succes van het allergrootste belang is. Zulke invloeden waren het die op Hem inwerkten. Maar of het nu Satan was die rechtstreeks met zijn sluwe en slinkse insinuaties op Hem afkwam of het waren Zijn meest geliefde en intieme vrienden, welk argument ze ook aanvoerden, ze konden die Mens er niet toe bewegen ook maar een haarbreed van Zijn principe af te wijken. “Ik ben onder de zalving; Ik heb Mij onder de absolute soevereiniteit van de Heilige Geest gesteld, en Ik kan niets doen buiten Hem om, wat het ook kost. Al kost het Mij Mijn leven, al kost het Mijn invloed, al kost het Mijn reputatie, al kost het Mij alles wat Mij dierbaar is, Ik kan geen stap doen tenzij Ik van de Heilige Geest weet dat dat de bedoeling van de Vader is en niet van iemand anders, dat het de Vaders wil is en niet die van iemand anders, dat dit iets is dat uit God is.” Zo sloeg Hij alles af, totdat Hij in Zijn geest wist wat de Geest van God getuigde. Hij leefde volgens deze wet, dit principe van het absolute gezag en de heerschappij van de zalving. Daarvoor was de zalving gekomen.
Dat is de betekenis van de zalving. Bid je om de zalving met de Heilige Geest? Waarom doe je dat? Is de zalving iets waar je met smart naar verlangt? Met welk doel? Dat je gebruikt zult worden? Dat je macht of invloed zult hebben? Dat je veel geweldige dingen zult kunnen doen? Wat de zalving allereerst en vooral betekent is dat we niets kunnen doen, behalve dat wat de zalving ons leert en waar Hij ons toe leidt. De zalving neemt ons alles uit handen. De zalving zal wel zorgdragen voor onze reputatie. Juist voor Gods doel draagt de zalving zorg. De zalving neemt volledig de zeggenschap over alles. En vanaf dat moment is alles in handen van de Heilige Geest. We moeten bedenken als we Christus willen leren, dat dat gebeurt door de manier waarop de Heilige Geest met ons omgaat. En dat betekent dat we precies dezelfde weg moeten gaan als Christus, volgens hetzelfde principe en dezelfde wet.
Als we het Evangelie van Johannes lezen, dat in het bijzonder het Evangelie van de geestelijke school van Christus is, zijn we nog niet ver gekomen voordat we zelfs iemand als Hij horen zeggen: “De Zoon kan niets doen van Zichzelf.” “De woorden die Ik tot u spreek zeg Ik niet uit Mijzelf.” “De werken die Ik doe zijn niet Mijn werken; de Vader die in Mij blijft doet Zijn werken.”
“De Zoon kan niets doen van Zichzelf.” Zie je, daar heb je de negatieve kant van de zalving. De positieve kant kun je met deze woorden samenvatten: alleen de Vader. Misschien hadden we een ander idee van de zalving en dachten we: “Wat zou het heerlijk zijn om gezalfd te zijn met de Heilige Geest! Wat zullen er een wonderen gebeuren! Wat een geweldig leven zal dat zijn!” Maar het eerste en blijvende van de zalving is dat we gevangen zitten in de heerschappij van de Geest van God, zodat er niets gebeurt als Hij het niet doet. Niets! Dat is geen leuke ervaring als het natuurlijke leven sterk is en altijd de boventoon voert. Daarom moet er eerst een Jordaan komen voor er een zalving kan zijn. Het opzijzetten van die natuurlijke kracht en het zelfleven is een noodzaak. Want de zalving brengt met zich mee dat de Geest daadwerkelijk de absolute heerschappij heeft.
Kijk eens naar 2 Korinthiërs 3:16, waar het ook hierover gaat. “Wanneer iemand zich tot de Here bekeerd heeft”, wanneer de Here het doel wordt, “wordt de bedekking weggenomen. En wij allen, … met een aangezicht waarop geen bedekking meer is … veranderen naar hetzelfde beeld … door de Here die Geest is”, of “door de Geest die Heer is.” Je bent in de leerschool en je kunt Christus zien en leren. Dat is veranderd worden naar het beeld van Christus onder de heerschappij van de Geest. “Wanneer iemand zich tot de Here bekeert”, wanneer de Here het doel is waar we op gericht zijn! Maar wat duurt het een tijd voordat wij, christenen, wij toegewijde en serieuze christenen, de Here als ons enige doel hebben! Zeg ik nu iets ergs? We zeggen dat we de Here liefhebben. Ja, maar we houden er ook van onze eigen gang te gaan. En we houden er niet van tegengewerkt te worden. Is iemand van ons geestelijk al zover gekomen dat hij nooit moeite meer heeft met iets dat de Here zegt? O nee, we zijn nog steeds zo dat we vaak denken dat het in Gods belang is dat ons hart een bepaalde kant op wil. En als de Here het ons dan niet toelaat hebben we daar moeite mee. En dat verraadt ons absoluut. We hadden ons hart erin. Het was helemaal niet makkelijk en simpel om te zeggen: “Goed Here, ik ben er even blij mee als wanneer U het mij wel had laten doen; het is altijd mijn vreugde om Uw wil te doen.” We zijn teleurgesteld dat de Here het ons niet laat doen. Of, als de Here het uitstelt, wat hebben we het dan moeilijk! O, konden we er maar mee aan de slag! Dat uitstel brengt ons hart aan het licht. Dat klopt toch bij de meesten van ons? Jazeker. Wij passen in dit plaatje en dat betekent gewoon dat de Here per slot van zaken niet werkelijk zo ons doel was als we dachten. We hebben een ander doel naast de Here, al heeft het wel met Hem te maken. Dat doel is iets wat we graag willen zijn of doen, ergens waar we heen willen gaan of iets dat we graag willen hebben. Het zit allemaal in ons en de Heilige Geest weet het. In deze leerschool van Christus, waar enkel en alleen Christus het leerdoel is, betekent de zalving dat Christus Heer moet zijn door de Geest. De zalving staat op dat standpunt. Het was waar in Hem en het moet ook waar worden in ons.
Heerschappij en Onderwerping
Als wij in deze school ons diploma willen krijgen, dat is de heerlijkheid, de uiteindelijke volle heerlijkheid van Christus, om in Zijn koninkrijk bekwaam te zijn om te regeren, dan is er maar één weg. Dat geestelijke, goddelijke, hemelse regeren – dat Zijn bestemming is voor de heiligen – leren wij alleen door onderwerping aan de Heilige Geest.
Dat is een heel interessant woord in het Nieuwe Testament, dat woord onderwerping of onderdanigheid. Ik denk dat het nogal eens verkeerd gebruikt is en daardoor een foute en ongunstige betekenis heeft gekregen. De gedachte van onderwerping is meestal die van in een hoek gedrukt worden, voortdurend eronder gehouden worden, onderdrukking. “Vrouwen, weest aan uw man onderdanig.” Dat wordt nu uitgelegd als: “Jullie moeten eronder blijven” en dat betekent dat woord helemaal niet. Hoe kunnen we overbrengen wat het Griekse woord voor onderwerping of onderdanigheid eigenlijk inhoudt?
Schrijf het cijfer 1 eens op. En dan het woord onderwerping of onderdanigheid. Hoe ga je dat opschrijven? Niet door er nog een 1 onder te zetten. Het woord betekent ‘ernaast zetten’ of ‘erachter’. Nummer 1 is het eerste getal. Het komt vóór alles wat erna komt en geeft dat zijn waarde. Onderwerping betekent dat Hij in alles de eerste is. Wij komen na Hem en ontlenen onze waarde aan Hem. Het betekent niet dat we onderdrukt worden, maar dat we alles putten uit Hem als de eerste. En pas als je weet wat onderdanigheid aan Christus is verkrijg je de voordelen. Onderdanigheid aan Christus wil zeggen: jij komt na Hem. Jij neemt de tweede plaats in. Neem die plaats in waarbij je alle voordeel ontvangt. Jij krijgt betekenis door een bepaalde plaats in te nemen. De Gemeente is niet onderworpen aan Christus in die betekenis van verdrukking. Hij houdt haar niet onder de voet of onder de duim. Maar ze komt na Hem en naast Hem. Hij is de eerste, terwijl de Gemeente, Zijn bruid, al het goede ontleent aan het feit dat Hij de eerste is, de eerste plaats heeft. De Gemeente is de tweede, ja, maar wie vindt dat erg als je alle zegen van de eerste krijgt door die tweede plaats in te nemen? Dat is onderwerping.
Gods gedachte voor de Gemeente is dat ze alles zou hebben. Maar hoe komt ze daaraan? Niet door de eerste plaats in te nemen, maar door naast de Here te gaan staan en Hem in alle dingen de eerste te laten zijn. Dat is onderwerping, onderdanigheid. De heerschappij van de Geest is niet iets moeilijks dat ons vernedert en ons alles afneemt en ons er aldoor onder houdt, zodat we ons niet meer durven bewegen. De heerschappij van de Geest is er om ons in alle volheid van dat ‘hoofdschap’ te brengen. Maar we moeten wel leren wat die heerschappij is voor we in die volheid kunnen komen. Het is uit Zijn volheid dat wij ontvangen.
Het probleem is altijd geweest, van de dagen van Adam tot nu toe, dat de mens niet de volheid van iemand anders wil, maar zijn eigen. Hij wil het in zichzelf hebben en niet in een ander. De Heilige Geest neemt die grond onder onze voeten weg en zegt: Het is Zijn volheid; het is in Hem. Hij moet Zijn plaats van absolute heerschappij hebben voordat wij iets van Zijn volheid te weten kunnen komen.
Dat is denk ik genoeg over de betekenis van de zalving. Zie je het? Moge de Here ons genade geven om de betekenis van de Jordaan te aanvaarden zodat we een open hemel hebben. En door die open hemel de zalving, die ons alle volheid van de hemel brengt. Maar het betekent wel dat de Geest absoluut Heer is. Les 1 in de school… O, het is niet les 1. Het is de voorwaarde om de school binnen te kunnen komen. Het is een toelatingsexamen. We komen nooit op die school als we de heerschappij van de Heilige Geest niet aanvaard hebben. Dat is de reden waarom er zoveel zijn die niet erg ver komen in het kennen van de Here. Ze hebben het inhoudelijke van de zalving nooit aanvaard. Ze zijn nooit echt de Jordaan ingegaan. Hun vorderingen gaan heel langzaam en wat ze leren is heel beperkt. Als je iemand tegenkomt die werkelijk de betekenis van het kruis, van de Jordaan kent, doordat hij de weg vrijmaakt voor de heerschappij van de Geest, dan zul je zien dat er snelle groei is. Dan is er een geestelijke ontwikkeling ver voor anderen uit. En zo is het. Het is een toelatingsexamen.
De Eerste les in de Leerschool van Christus
Maar als je eenmaal op die school bent, dan begint les 1. Ik herhaal nu wat al nadrukkelijk in een vorig hoofdstuk is gezegd. De eerste les in de school van Christus die de Heilige Geest ons wil leren, is dat Christus zo heel anders is dan wij. Misschien is dit niet alleen de eerste les, maar een voortdurende les, ons hele leven door. Maar dit is wel waar de Heilige Geest mee begint: het totaal anders-zijn van Christus. Wil je het Johannesevangelie nog eens rustig doorlezen met deze ene gedachte in je hoofd? Wat is Christus toch anders dan andere mensen, zelfs anders dan Zijn discipelen! Je kunt het van het Johannesevangelie uitbreiden naar de andere Evangeliën met die ene gedachte. Je zult er veel van leren als de Heilige Geest met je is bij het lezen.
Wat is Hij totaal anders! Dat verschil tussen Hem en anderen wordt steeds opnieuw bevestigd. “Gij zijt van beneden, Ik ben van boven” (Joh. 8:23). Dat is een groot verschil en dat verschil leidt aldoor tot botsingen. Botsingen van beoordelingen, botsingen van mentaliteit, van denken, van ideeën, van waarden, botsingen op elk gebied tussen Hem en anderen. Zelfs met Zijn discipelen, die toch bij Hem in de leerschool zijn. Zijn natuur is anders. Hij heeft een hemelse natuur, een goddelijke natuur. Dat heeft niemand anders. Hij heeft een hemels denken, een hemelse mentaliteit. Zij hebben een aardse mentaliteit en die twee komen op geen enkel punt overeen. Als het laatste woord gesproken is, is er nog steeds een heel diepe kloof tussen die beide. Hij is zo volkomen anders.
Nu zeg je, als dat zo is hebben wij een heel groot nadeel. Hij is zus en wij zijn zo. Maar dat is nu juist de aard en betekenis van deze school. Hoe wordt dat probleem dan opgelost? Wel, gewoon zo: Hij spreekt aldoor over een tijd dat Hij in hen zal zijn en zij in Hem. Als die tijd komt zullen ze in hun diepste innerlijke wezen helemaal anders zijn dan zoals ze in zichzelf zijn. Dat wil zeggen, er zal iets in hen zijn wat Christus is, Christus, als de totaal Andere. Soms denken ze dat een bepaald iets het beste is om te doen, maar die totaal Andere van binnen laat het hun niet toe. Soms menen ze dat het het verstandigste is om iets niet te doen, en die heel Andere van binnen zegt steeds: Doe het wel! De uiterlijke mens zegt: Dit is dwaasheid! Het is vragen om moeilijkheden! De innerlijke Mens zegt: Je moet dit echt doen! Deze twee zijn niet te verenigen. Hij is binnenin en Hij is totaal anders. En onze opleiding is dat we leren Hem te volgen, Zijn weg te gaan.
“Indien iemand achter Mij wil komen, die verloochene zichzelf en volge Mij”! Die verloochene zichzelf – je argumenten, je meningen, soms je gezonde verstand. Volg Mij! En elke keer blijkt Christus gelijk te hebben. Mensen hebben de gekste dingen gedaan, vanuit werelds standpunt bezien en bleken het bij het rechte eind te hebben. Dit is geen wenk om maar gekke dingen te gaan doen. Ik heb het over het gezag van de in ons wonende Christus, en over het verschil tussen Christus en onszelf. Dit is de eerste les die de Heilige Geest iedereen wil leren die in de school van Christus komt, dat dit grote verschil er is, deze grote kloof, dat Hij het ene is en wij heel anders zijn. En we kunnen nooit zeker weten dat we op de goede weg zijn, behalve als we alles aan Hem onderwerpen.
Daarom moet gebed zo’n grote plaats innemen in het leven van een kind van God. Daarom had het gebed ook zo’n grote plaats in Zijn leven toen Hij hier op aarde was. Het gebedsleven van de Here Jezus is in bepaald opzicht het grootste probleem voor ons. Hij is de Christus, Hij is de Zoon van God, Hij is onder de zalving van de Heilige Geest en Hij is zonder zonde. En toch…, en toch moet Hij na een zware en lange werkdag de hele nacht in gebed doorbrengen. Steeds opnieuw zie je Hem in gebed. Waarom moet Hij bidden? Omdat er andere invloeden aan het werk zijn. Er zijn andere dingen die aandacht of reactie vragen en gehoorzaamheid. En Hij moet de hele tijd op één lijn blijven met de zalving, in harmonie met de Geest, onder wiens heerschappij Hij zich gesteld heeft, omdat Hij niets uit zichzelf beslissen kan. Als Hij al zoveel moest bidden, wat moeten wij dan? Wij zijn immers niet zonder zonde. We hebben in onze natuur juist alles wat zich sterk verzet tegen God, wat ingaat tegen Gods gedachten en Gods wil. Hoeveel te meer is het dan voor ons nodig een gebedsleven te hebben. Daardoor krijgt de Geest de gelegenheid ons op de goede weg te houden, in lijn met het goddelijk voornemen, en met Gods timing.
Als er één ding is dat een kind van God leert onder de heerschappij van de Heilige Geest, dan is het dit, dat Hij zo anders is dan wij, en wij zo anders dan Hij, totaal anders. Maar dank God, als we werkelijk Gods kinderen zijn is in dit tijdperk van genade de totaal Andere niet alleen buiten ons, maar binnen in ons. Dat is de tweede fase op dit punt van het ‘anders-zijn’. De eerste fase is het feit van het verschil. Aanvaard je dit? Wil je dit punt nu, op ditzelfde moment, voor eens en voor altijd accepteren? De Here Jezus is volkomen anders dan ik ben. Zelfs als ik denk dat ik helemaal gelijk heb, kan Hij daar wel heel anders over denken. Ik kan nooit, maar dan ook nooit steunen op mijn eigen gevoel van wat goed is, voor ik mijn eigen gelijk aan Hem heb onderworpen!
Dat is heel radicaal, maar absoluut noodzakelijk. Velen van ons hebben die les geleerd. Niet uit een boek, maar door eigen ervaring. We waren er soms zo zeker van dat we het bij het rechte eind hadden en ondernamen stappen om uit voeren wat wij dachten dat het juiste was. Maar we kwamen bedrogen uit en raakten in een vreselijke toestand van verwarring en verbijstering. We waren ervan overtuigd dat we het goed hadden, maar kijk eens waar we terechtkwamen …! Toen we daarover gingen nadenken en het bij de Here brachten, moesten we ons afvragen in hoeverre we op de Here gewacht hadden in die zaak. Waren we niet een beetje voorbarig met ons eigen gevoel van wat recht en goed is?
Dat is een herhaling van de geschiedenis van David en de ark. Davids bedoeling was goed en Davids besef van Gods plan was goed. Dat God de ark in Jeruzalem wilde hebben, klopte helemaal. Maar David had het opgepakt als zijn idee, waar hij zo enthousiast over werd dat hij de wagen maakte. Zijn bedoeling, zijn goede bedoeling, zijn goede idee en zijn vrome geest brachten hem in de grootste moeilijkheden. De Here sloeg Uzza en deze stierf voor het aangezicht van de Here. De ark werd in het huis van Obed-Edom gebracht en bleef daar. Allemaal omdat een mens wel een goed idee had, maar niet op de Here had gewacht. Je weet hoe het verder ging. Later zei David tegen de familiehoofden van de Levieten: “Heiligt u, gij en uw broeders, opdat gij de ark van de Here, de God Israëls, kunt brengen naar de plaats die ik voor haar heb bereid. Want daar gij het de vorige keer niet gedaan hebt, heeft de Here, onze God, ons een zware slag toegebracht, omdat wij Hem niet hadden geraadpleegd, zoals het behoorde” (1 Kron. 15:12,13). Het voorschrift was er steeds al geweest, maar hij had daar de Here niet voor gezocht. Als David zijn vrome enthousiasme rustig aan de Here had voorgelegd, zou God hem op het voorschrift gewezen hebben dat Hij aan Mozes gegeven had. Hij zou zoiets gezegd hebben als: “Ja, heel goed, maar bedenk wel dat de ark zo en zo gedragen moet worden.” Dan zou er geen dode geweest zijn en geen oponthoud. Alles zou vlot verlopen zijn.
Ja, we krijgen misschien een heel goed idee voor de Here. Maar we moeten het aan de Here voorleggen om zeker te zijn dat het niet ons eigen idee is voor de Here, maar een gedachte van God die in ons werd geboren. Daarom is het heel belangrijk Christus te leren; Hij is zo anders.
Dit verdeelt de christenen hoofdzakelijk in twee groepen. Je hebt een heel grote groep bij wie hun christendom uiterlijk is. Zij hebben een christelijk leven aangenomen, zodat ze nu een heleboel dingen doen die ze eerder niet gedaan zouden hebben. Ze gaan naar samenkomsten, ze gaan naar de kerk, ze lezen de bijbel, heel veel dingen die ze voorheen niet gewend waren. Ze doen ook heel veel dingen niet die ze eerst juist wel deden. Dat is min of meer van toepassing op die groep. Het is bij hen een kwestie van al of niet iets doen, en al of niet ergens heen gaan, uiterlijk een goed christen zijn. Het is inderdaad een heel grote groep, bij wie dit in verschillende gradaties zo is.
Er zijn anderen die in deze leerschool van Christus zijn, voor wie het christenleven iets innerlijks is, wandelen met de Here en Hem kennen in het hart, in meer of mindere mate. Dat is de aard ervan, een reële innerlijke wandel met een levende Heer in hun eigen hart. Tussen deze twee groepen is een groot verschil.
De Wet van de Geest – Het Leermiddel
Hoe maakt de Geest dat totale anders-zijn aan ons bekend? Want de Geest spreekt niet in hoorbare taal en woorden tot ons. We horen geen stem buiten ons die zegt: “Dit is de weg, wandel daarop”! Hoe moeten we het dan weten? Het antwoord ligt in wat Paulus noemt “de wet van de Geest des levens in Jezus Christus”. “In Hem was leven en het leven was het licht…” Hoe kunnen we dat verschil zien tussen onze wegen, onze gedachten en gevoelens en die van de Here? Hoe krijgen we daar licht over? Het leven was het licht. “Wie Mij volgt, zal nimmer in de duisternis wandelen, maar hij zal het licht des levens hebben” (Joh. 8:12). “De wet van de Geest des levens heeft u in Christus Jezus vrijgemaakt van de wet der zonde en des doods” (Rom. 8:2). Het leermiddel – als ik het zo mag noemen – dat de Heilige Geest in onze opleiding gebruikt, is het leven in Christus. Dat wil zeggen, we komen de mening van de Geest over bepaalde zaken te weten door innerlijk leven te merken, door leven aan te voelen, te onderscheiden, Goddelijk leven, de Geest van leven. Of, aan de andere kant, als we innerlijk afgestemd zijn op God, weten we wanneer de Geest het ergens niet mee eens is door een gevoel van dood – het loopt dood in die richting.
Dit is iets wat niemand ons kan leren door het ons te vertellen. Dit kan ons niet in een les worden bijgebracht. Toch kunnen we het weten. Je weet het door de reactie, vaak een heftige reactie. Je bent een bepaalde weg ingeslagen en innerlijk reageer je daar negatief op. Je stuurt een bepaalde kant uit om iets gedaan te krijgen. Als je maar even zou stilstaan om het eens rustig te bekijken, zou je weten dat jij het zelf bent die probeert het voor elkaar te krijgen. Je beseft heel goed dat deze zaak niet vanzelf is gekomen. Het mist het spontane, het als vanzelf voortvloeiende, dat een kenmerk van de Here is. Je weet dat de Here er niet achter staat. En dat je dus geen gevoel van spontaniteit en vrede hebt. Het moet geforceerd worden, doorgedrukt; je moet maken dat het gebeurt. Ik denk dat ieder van jullie die echt een kind van God is, wel ongeveer weet waar ik het over heb. Maar bedenk wel dat dit het middel van de Geest is in de school waar Christus onderwezen wordt – leven. Het kenmerk van een man of vrouw die door de Geest wordt beheerst, die met de Geest gezalfd is, is dat zij een wandel hebben in dat leven. Hun bediening is leven en wat er van hen uitgaat is leven. Juist door die wet van het leven weten zij waar de Here is, in welke dingen de Here is en waar Hij naartoe wil, wat Zijn verlangen is. Zo weten ze dat. Je hoort geen stem. Je ziet geen visioen. Maar diep in je geest is het leven de scheidsrechter – de Geest des levens.
Wat is het toch nodig dat we levend zijn voor God in Christus Jezus. Wat hebben we het toch nodig om dat leven voortdurend vast te grijpen. Als Satan zijn doodsgeesten er alleen al toe kan brengen ons te beïnvloeden en onze geest te omhullen met de dood, houdt hij onmiddellijk het licht tegen en laat ons stuntelend achter. We weten niet waar we zijn en wat we moeten doen. Dat probeert hij altijd, waardoor wij voortdurend moeten vechten om in leven te blijven.
Voor de verwezenlijking van Gods plan is alles nauw met dit leven verbonden. Dit leven heeft de mogelijkheid in zich om heel Gods voornemen te verwezenlijken. Net zoals er in een zaadje leven is, niet alleen leven van het zaadje zelf, maar bijvoorbeeld van een grote boom, zo is het ook met het leven dat ons bij onze wedergeboorte gegeven is. Als dat leven in dat zaadje maar de vrijheid krijgt, groeit het uiteindelijk uit tot een grote boom. Zo ligt ook alle kracht van Gods volle, vervulde gedachte al besloten in ons prille geestelijk leven. En Satan is erop uit om niet alleen ons leven af te snijden, maar ook om Gods zaak te verhinderen, Gods belang, namelijk dat het leven dat ons nu gegeven is, dat eeuwige leven, in volle rijpheid zichtbaar wordt.
De Geest is altijd bezorgd over dat leven. Hij zou tegen ons willen zeggen: “Waak over dat leven. Laat toch niets toe wat dat leven in de weg staat.” Telkens wanneer er iets is wat de Geest bedroeft en de werking van dat leven tegenhoudt, zorg er dan voor dat je onmiddellijk je toevlucht neemt tot het kostbare bloed. Dat kostbare bloed van Jezus staat als een getuige tegen alle dood. Het onvergankelijke leven, het getuigenis in de hemel van overwinning over zonde en dood, waardoor je bevrijd kunt worden van die hand van Satan die je wil tegenhouden. Dat kostbare bloed is de grond waar we op moeten staan om af te rekenen met alles wat de Geest bedroeft en de werking van het leven tegenhoudt. Op deze levende manier leren we Christus kennen in steeds toenemende volheid.
Moge de Here ons helpen.
T. Austin-Sparks wilde dat wat om niet werd ontvangen ook om niet wordt gegeven, zodat zijn boeken en artikelen geen copyrights kennen - toen noch nu. Het gebruik van deze artikelen slaat u dus vrij, maar als u iets van deze site doorgeeft aan anderen vragen we u wel dit net zo te doen, d.w.z. zonder aanpassingen, kosten of copyrights.